Uitspraak
mr. H.T. ten Have, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. S.M. Margesen
mr. J. Wareman, beiden kantoorhoudende te Utrecht.
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
Aangezien Sitech al geruime tijd voldoet aan de criteria van een structuurvennootschap en derhalve op korte termijn haar statuten in overeenstemming dient te brengen met de wet (…) adviseert de OR: uitvoering te geven aan de herfinanciering zoals aangegeven in de adviesaanvraag, mits de bestuurder voorafgaand aan de uitvoering van de herfinanciering schriftelijk aan de OR heeft bevestigd dat Sitech in 2017 uitvoering zal geven aan de wettelijke eisen van de structuurvennootschap. Ingeval Sitech niet (meer) aan de wettelijke eisen voldoet, dan nog zal Sitech in 2017 op vrijwillige basis invulling gaan geven aan de wettelijke bepalingen voor een structuurvennootschap.”
Wij bevestigen hierbij te besluiten overeenkomstig de adviesaanvragen van 1 juli 2017 en [22] juni 2017.
Met de datum 21 juli 2017 ontving de [Ondernemingsraad] uw brief (…). De Ondernemingsraad bevestigt bij dezen, conform uw verzoek, dat de opschortingstermijn van 30 dagen (ex artikel 25 lid 6 WOR) niet van toepassing is en dat [Sitech] onmiddellijk uitvoering mag geven aan het (…) besluit. Tevens zal de Ondernemingsraad afstand doen van enig beroepsrecht dat hij mocht hebben ten aanzien van het (…) besluit van [Sitech] zoals verwoord in bovengenoemde brief.
m.b.t de besluiten van de AVA” te weten onder meer dat de Raad van Commissarissen uit acht leden zal bestaan, dat de door de Ondernemingsraad voorgestelde profielen voor werving akkoord zijn en dat de Raad van Commissarissen op 31 december 2018 in functie zal zijn.
Supervisory Board Regulations”. De Ondernemingsraad wenst geen gebruik te maken van zijn adviesrecht in dezen, aldus de Ondernemingsraad in zijn brief.
Als management betreuren wij het feit dat dat we door (voor ons totaal onverwachte) tegenstand bij een van onze aandeelhouders niet in staat zijn geweest de deadline van 31.12.2018 te halen.”
3.De gronden van de beslissing
direct gestart wordt met de implementatie van het structuurregime” was – naar later bleek – niet in lijn met de waarheid. Het beeld dat door Sitech is geschetst dat de besluitvorming aan de zijde van de aandeelhouders reeds was afgerond en dat er direct met de invoering van het structuurregime zou worden gestart, blijkt achteraf onjuist te zijn. De feiten en omstandigheden die zich na het besluit van 21 juli 2017 hebben voorgedaan zouden voor de Ondernemingsraad aanleiding zijn geweest om het advies niet uit te brengen zoals het is uitgebracht.
direct gestart wordt met de implementatie van het structuurregime om dit in principe per 1 januari 2019 vervroegd en vrijwillig te implementeren.” Uit dit een en ander moet worden afgeleid, dat onderdeel van het besluit van 21 juli 2017 is dat Sitech een schriftelijke toezegging heeft gedaan aan de Ondernemingsraad, conform de gestelde voorwaarde, dat er een structuurregime (mede betreffende het instellen van een Raad van Commissarissen) zal komen. Het besluit (met daarin die toezegging) kan voorts in redelijkheid door de Ondernemingsraad niet anders zijn opgevat dan dat, nadat de positieve besluitvorming over de instelling van een structuurregime in de algemene vergadering van aandeelhouders had plaatsgevonden, nog met de feitelijke implementatie moest worden begonnen. De Ondernemingsraad heeft mede gelet op (i) de woorden “
in principe”, (ii) de in het besluit aangekondigde stappen om tot implementatie te komen, zoals het opstellen van concepten met statutenwijzigingen en (iii) de aard van het proces van implementatie – waarop niet alleen het bestuur van de onderneming invloed heeft, maar ook de aandeelhouders – in redelijkheid moeten begrijpen dat de daarbij genoemde datum van 1 januari 2019 is bedoeld als een streefdatum voor de implementatie en dat Sitech zich zou inspannen om die datum te halen. Met het besluit van 21 juli 2017 was het adviestraject over de herfinanciering, inclusief de toezegging, afgerond. De feiten en omstandigheden die nadien hebben plaatsgevonden (zie hierboven onder 2.7 tot en met 2.13) moeten naar het oordeel van de Ondernemingskamer worden bezien in het licht van de uitvoering van het besluit van 21 juli 2017. De stelling van de Ondernemingsraad, dat uit die feiten en omstandigheden moet worden afgeleid dat er een besluit is genomen welke een koerswijziging inhoudt van (de gedane toezegging in) het besluit van 21 juli 2017, wordt door de Ondernemingskamer verworpen. Uit die feiten en omstandigheden blijkt niet dat Sitech een afwijkend besluit heeft genomen. Eerder komt daarin naar voren dat Sitech doende is geweest om, ter uitvoering van het besluit van 21 juli 2017, de benodigde documenten te laten opstellen met het oog op de implementatie van het structuurregime. De brief van 20 december 2018 bevat een mededeling, met een toelichting, dat de streefdatum van 1 januari 2019 niet kan worden gehaald omdat een van de aandeelhouders voor Sitech onverwachte tegenstand heeft geboden. In die brief kan niet worden gelezen dat Sitech heeft besloten af te zien van invoering van het structuurregime. In die brief kan ook overigens niet worden gelezen dat Sitech een ander besluit heeft genomen, laat staan dat een besluit is genomen met daarin een (beleidsmatige) koerswijziging die gevolgen zou moeten hebben voor het adviesrecht met betrekking tot het besluit van 21 juli 2017. De Ondernemingskamer laat overigens in het midden welke consequenties voor de medezeggenschap in dat geval aan een dergelijk nieuw besluit zouden zijn verbonden. De brief van 20 december 2018 moet naar het oordeel van de Ondernemingskamer worden gezien als een onderdeel van de uitvoering – die onverhoopt in een ander tempo is verlopen – van het besluit van 21 juli 2017.