In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is beschuldigd van oplichting door zich voor te doen als professioneel huurbemiddelaarster die werkzaam was bij de gemeente, terwijl zij dit niet was. De feiten vonden plaats tussen 4 november 2015 en 1 december 2015 te Zaandam, waar de verdachte twee woningzoekers heeft misleid om geld van hen te verkrijgen. De verdachte heeft zich voorgedaan als medewerkster van het gemeentehuis en hen overtuigd om geld te geven voor haar bemiddeling in de zoektocht naar een woning. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastelegging en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken met een proeftijd van drie jaren, en een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. Ondanks haar eerdere veroordeling voor oplichting, heeft het hof besloten geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gezien de verbeteringen in haar leven en de zorg voor haar (klein)kinderen. De op te leggen straffen zijn gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.