ECLI:NL:GHAMS:2019:1307
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis m.d.v. bespreking strafbaarheidsverweer in hoger beroep tegen taxivervoer zonder correcte boordcomputer
Op 16 april 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische kamer van de rechtbank Amsterdam, dat op 15 juni 2018 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die werd beschuldigd van het verrichten van taxivervoer zonder de aanwezigheid van een op correcte wijze functionerende boordcomputer. De verdachte, geboren in 1958 op Curaçao, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting op 2 april 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de verdachte moest worden ontslagen van alle rechtsvervolging wegens het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdediging geen concrete feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot ontslag van alle rechtsvervolging. Het hof heeft het verweer verworpen en het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn opgenomen. De geldboete van 1.800 euro, subsidiair 28 dagen hechtenis, blijft derhalve in stand.