Op 10 april 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 augustus 2015. De zaak betreft een verdachte die is veroordeeld voor het telen van hennepplanten en diefstal van stroom. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de opgelegde taakstraf, die wordt vernietigd. De verdachte had eerder een taakstraf van 240 uren opgelegd gekregen, maar het hof heeft deze gematigd tot 140 uren, subsidiair 70 dagen hechtenis, vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Het hof heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte heeft samen met een mededader 615 hennepplanten geteeld, wat duidt op de intentie tot verkoop. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan diefstal van stroom, wat kan leiden tot brandgevaar. De verdachte is een first offender en heeft aangegeven dat hij financiële problemen ondervindt, wat zijn situatie bemoeilijkt. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften uit de Opiumwet en het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en de straf gematigd in het licht van de omstandigheden.