Uitspraak
1.
2.
1.
2.
De verdediging heeft subsidiair het voorwaardelijke verzoek gedaan [persoon O] te horen als getuige. Daartoe is aangevoerd dat [persoon O] degene is geweest die met de verdachte inhoudelijk over [zaak 8] heeft gesproken en kan bevestigen dat de verdachte inderdaad in de veronderstelling was dat zijn werkzaamheden voor eigen rekening waren. De verdediging acht het horen van deze getuige noodzakelijk met het oog op de door de verdediging gevoerde verweren met betrekking tot het oogmerk van de verdachte en het medeplegen.
allebenadeelde partijen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard met toepassing van artikel 333 Sv. Op grond hiervan kan worden aangenomen dat aanvankelijk twaalf vorderingen aan de orde waren en dat voor enige twijfel geen aanleiding bestaat. Ter terechtzitting van 5 oktober 2016 heeft de officier van justitie de mededeling gedaan dat er sprake was van vier vorderingen, maar de herkomst van dit aantal is niet nader toegelicht. De mededeling is in het vervolg van de procedure ook niet van betekenis geweest.
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[leverancier GGG],[nieuwe naam leverancier VV], voorheen
[leverancier VV], [leverancier KKK] en [leverancier DDD] niet-ontvankelijkin hun vorderingen.
[leverancier AAA]ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 3.534,00 (drieduizend vijfhonderdvierendertig euro) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is.
€ 3.534,00 (drieduizend vijfhonderdvierendertig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagen hechtenis,met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
[leverancier BBB]ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.418,00 (duizend vierhonderdachttien euro) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is.
€ 1.418,00 (duizend vierhonderdachttien euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
24 (vierentwintig) dagen hechtenis,met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.