ECLI:NL:GHAMS:2019:1095

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 maart 2019
Publicatiedatum
2 april 2019
Zaaknummer
23-003520-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep vrijspraak winkeldiefstal door Gerechtshof Amsterdam

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van winkeldiefstal, maar heeft tegen deze vrijspraak hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 7 maart 2019 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman.

De kinderrechter had de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, maar het hof oordeelt dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak. Dit is in lijn met artikel 404, vijfde lid van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat tegen een vrijspraak geen hoger beroep openstaat.

Wat betreft de tenlastelegging, de verdachte werd beschuldigd van het stelen van kledingstukken, waaronder zwembroeken en t-shirts, op of omstreeks 21 mei 2018 in Amsterdam. Het hof heeft echter geoordeeld dat op basis van het dossier niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat de verdachte deze kledingstukken heeft gestolen. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde feit. Het vonnis waarvan beroep is vernietigd, en het hof heeft opnieuw recht gedaan door te verklaren dat niet bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003520-18
datum uitspraak: 21 maart 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam van 25 september 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-107649-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 maart 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De kinderrechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde. De verdachte heeft onbeperkt hoger beroep ingesteld en dit is dus mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak.
Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet‑ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak ter zake van het onder 1 ten laste gelegde.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover in hoger beroep aan de orde, ten laste gelegd dat:
2:
hij op of omstreeks 21 mei 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, vijf, althans een of meer, zwembroek(en) (merk Dsquared) en/of twee, althans een of meer, t-shirt(s) (merk Adidas), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kinderrechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd, met dien verstande dat IFA niet opnieuw als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof kan op grond van het dossier niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat de verdachte kledingstukken heeft gestolen, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.H.C. van Ginhoven, mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en mr. A.M.P. Geelhoed, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 maart 2019.
=========================================================================
[…]