Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 11 mei 2016 te Westzaan, gemeente Zaanstad opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende een aantal (17) XTC pillen, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 12 mei 2016 te Alkmaar opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2]) een geringe hoeveelheid eigen gebruik en/of een hoeveelheid van (in totaal) 17 (hennep)planten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
hij op of omstreeks 8 september 2016 te Alkmaar opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand [adres 2]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 42 hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 8 september 2016 te Alkmaar opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 148 gram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 8 september 2016 te Alkmaar opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 297 XTC pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of ongeveer 140 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van een ter terechtzitting gevoerd verweer
indicatievetests die op de middelen zijn uitgevoerd, voor deze vaststelling onvoldoende zijn. De raadsman heeft ter onderbouwing van zijn verweer verwezen naar een drietal uitspraken van dit hof, waaronder een arrest van 23 augustus 2017, waarvan een afschrift door hem aan het hof is overgelegd.
Bewezenverklaring
15-126519-16 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-258861-16 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 11 mei 2016 in de gemeente Zaanstad opzettelijk aanwezig heeft gehad 17 XTC pillen bevattende MDMA.
hij op 12 mei 2016 te Alkmaar opzettelijk 17 hennepplanten heeft geteeld in een pand aan [adres 2].
hij op 8 september 2016 te Alkmaar opzettelijk 42 hennepplanten heeft geteeld in een pand aan de [adres 2].
hij op 8 september 2016 te Alkmaar opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 148 gram hasjiesj.
hij op 8 september 2016 te Alkmaar opzettelijk aanwezig heeft gehad 297 XTC pillen bevattende MDMA en 140 gram amfetamine.
15-258861-16 onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
15-258861-16 onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
1, 2 en 3 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, en heeft daarbij algemene en bijzondere voorwaarden gesteld.
15-126519-16 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-258861-16 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan
3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en oplegging van reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
15-126519-16 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-258861-16 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde verplicht is zich binnen 5 dagen na onherroepelijk worden van dit arrest te melden bij het Leger des Heils op het adres
[adres 3]en zich hierna zal blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit nodig acht.
opdrachtaan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
178 euro.