Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
BESLISSING
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1962, was aangeklaagd voor witwassen van geldbedragen, waaronder 200.000 Noorse Kronen en 280 Zwitserse Franken, en een bedrag van 13.450 euro. De tenlastelegging omvatte het verbergen van de herkomst van deze geldbedragen, waarvan de verdachte zou hebben geweten dat ze uit een misdrijf afkomstig waren.
Tijdens de zitting op 19 januari 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf en een taakstraf had geëist. Echter, het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist dat de geldbedragen uit misdrijf afkomstig waren. De rechtbank had eerder de verdachte veroordeeld, maar het hof kwam tot de conclusie dat de bewijsvoering niet wettig en overtuigend was.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens is gelast dat de in beslag genomen geldbedragen aan de verdachte worden teruggegeven. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral in gevallen van witwassen waar de wetenschap van de verdachte cruciaal is voor de veroordeling.