Uitspraak
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Bewijsoverweging
- Whatsappbericht van slachtoffer aan verdachte van 1 mei 2014 14:34:45 (proces-verbaal met registratienummer PL1100-2014064049, p. 114): ‘Voor nu zou het zeer op prijs stellen als je me/ons voorlopig nu echt met rust kunt laten (…).’;
- Whatsappbericht van slachtoffer aan verdachte van 2 mei 2014 12:48:18 (proces-verbaal met registratienummer PL1100-2014064049, p. 115): ‘(…). Het enige juiste wat he nu kunt doen is mij nu echt even met rust laten. Voorlopig dus even geen contact. (…).’;
- Whatsappbericht van slachtoffer aan verdachte van 5 mei 2014 13:28:42 (proces-verbaal met registratienummer PL1100-2014064049, p. 116), op verzoek van de verdachte om een gesprek te hebben met het slachtoffer en haar dochter: ‘Op paar voorwaarden: Ik zal één met je praten en daarna wil ik dat je stopt met contact zoeken, in welke vorm dan ook. Denk daar eerst goed over na voor je ja zegt ok?’;
- Whatsappbericht van slachtoffer aan verdachte van 5 mei 2014 20:22:27 (proces-verbaal met registratienummer PL1100-2014064049, p. 119), nadat verdachte herhaaldelijk contact blijft zoeken: ‘(…) Zullen we nu weer even een stop inlassen?’.
- Whatsappbericht van slachtoffer aan verdachte van 9 mei 2014 16:16:37 (proces-verbaal met registratienummer PL1100-2014064049, p. 121), nadat verdachte herhaaldelijk contact blijft zoeken: ‘[verdachte], Het ligt nu even niet meer on mijn handen. Ik heb een email aan meneer [naam 1] gestuurd met een verzoek om een gesprek, verder niet inhoudelijk nog’ en whatsappbericht van slachtoffer aan verdachte van 9 mei 2014 16:17:21 (proces-verbaal met registratienummer PL1100-2014064049, p. 121): ‘Ik heb nog geen antwoord gekregen. Het gaat gewoon niet zo….’;
- Whatsappbericht van slachtoffer aan verdachte van 9 mei 2014 18:13:10 (proces-verbaal met registratienummer PL1100-2014064049, p. 122), nadat verdachte herhaaldelijk contact blijft zoeken: ‘[verdachte], Zo ben je nu klaar met al je gemopper???? Ff één ding hè, want ik ben moe ik kan het op dit moment niet meer opbrengen om alle whatsapps te lezen. (…). Jij belooft iedere keer ons met rust te laten en je houdt je daar niet aan. (…).’.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
3 (drie) jarende hierna te noemen algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- zich voor het einde van de proeftijd van drie jaar niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
€ 1.102,65 (duizend honderdtwee euro en vijfenzestig cent) bestaande uit € 102,65 (honderdtwee euro en vijfenzestig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te voldoen.
€ 1.102,65 (duizend honderdtwee euro en vijfenzestig cent) bestaande uit € 102,65 (honderdtwee euro en vijfenzestig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
21 (eenentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.