Uitspraak
mr. L.J.M. van Westerlaak, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. M.A. Kuyt-Fokkensen
mr. E.J. Houben, beiden kantoorhoudende te Voorburg.
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
custom designliftinstallaties en verzorgt tevens onderhoud en renovatie. Bij Möhringer werken circa 90 medewerkers. Möhringer heeft voor het ontwerp van haar liftinstallaties eigen engineers in dienst. Daarnaast beschikt Möhringer in Haarlem over een eigen magazijn met drie medewerkers en een werkplaats met vijf medewerkers. Het merendeel van de onderdelen voor de te bouwen en onderhouden liftinstallaties wordt extern ingekocht. Een deel van de onderdelen wordt vervaardigd in de werkplaats.
“Dat het de bedoeling van deze afspraken is de eigen Möhringer-identiteit, inclusief de eigen marktpositie en het familiebedrijfgevoel zoveel mogelijk te verzekeren”.
custom design. In de vergadering heeft Möhringer meegedeeld dat is gekozen voor de laatstgenoemde optie als voorkeursscenario, met de opdracht nader onderzoek te verrichten naar de werkplaats en synergiën om kostenbesparing te realiseren. Möhringer heeft aangekondigd dat de ondernemingsraad om advies gevraagd zal worden. Vooruitlopend hierop wordt de ondernemingsraad alvast op hoofdlijnen geïnformeerd over de plannen, te weten de intentie om Möhringer als volwaardige entiteit te laten voortbestaan, om te verhuizen naar de vestiging van Schindler NL in Den Haag en om de werkplaats-functie uit te besteden.
]);
“De intentie om Möhringer volwaardig als entiteit te laten voortbestaan in al zijn facetten, is eenvoudigweg niet verenigbaar met de verhuizing naar Den Haag en de outsourcing van de werkplaats en het magazijn naar een strategische partner op voorwaarden die nog volstrekt onbekend zijn.”
“ dat MOH [de Ondernemingskamer begrijpt: Möhringer] blijft voortbestaan als volwaardige entiteit in al zijn facetten (NI en BI),
en dat MOH gaat verhuizen naar Den Haag (naar de vestiging van HAG [opmerking Ondernemingskamer
),
en dat de werkplaats-activiteiten en de magazijn-functie zullen worden ondergebracht bij (een) strategische partner(s) waarbij nader overleg zal plaatsvinden en advies zal worden gevraagd aan de OR wanneer die beoogd strategische partner(s) is/zijn gevonden."
3.De gronden van de beslissing
- Het is onduidelijk wie de beoogde strategische partner(s) is/zijn, welke kosten de uitbesteding met zich brengt en of een strategische partner bereid zal zijn de magazijn- en werkplaatsmedewerkers over te nemen. Daarmee is het besluit prematuur. Möhringer zou eerst (een) geschikte strategische partner(s) moeten vinden en pas dan, op basis daarvan de afweging moeten maken al dan niet te verhuizen en de werkplaats en het magazijn te outsourcen;
- Gesteld tegenover het kwaliteitsverlies en de toegenomen kosten door de grotere afstand tussen engineering en de werkplaats en het risico op het verlies van gekwalificeerd personeel en bestaande klanten, is onduidelijk wat de reële voordelen van uitbesteding en verhuizing zullen zijn;
- Verhuizing naar Den Haag bij Schindler NL is in strijd met het convenant dat de eigen identiteit, inclusief de eigen marktpositie, en het familiebedrijfgevoel van Möhringer waarborgt;
- De adviesaanvraag is warrig en gebrekkig. Naar aanleiding van vragen krijgt de ondernemingsraad niet volledig uitsluitsel. Een voldoende financiële onderbouwing ontbreekt nu de strategische partners nog onbekend zijn;
- Het alternatieve plan van de ondernemingsraad is niet serieus genomen en wordt in het besluit onvoldoende weerlegd. Uit het alternatieve plan blijkt dat het plan van Möhringer niet proportioneel is en in strijd met het lange-termijn-denken;
- Het besluit is onvoldoende gemotiveerd en innerlijk tegenstrijdig. De beoogde cultuuromslag en de verhuizing naar het pand van Schindler NL in Den Haag is in strijd met het besluit dat Möhringer blijft voortbestaan als volwaardige entiteit in al zijn facetten
custom designliftontwerp. Möhringer behoudt daartoe haar eigen merk en verkoopafdeling, haar eigen engineering en serviceafdeling, voor zowel nieuwe liften als onderhoud en/of renovatie van bestaande liften. Möhringer heeft zich, gelet op de afwegingen, in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het besluit niet in strijd is met de in het convenant in algemene bewoordingen omschreven bedoeling van partijen. Het voorgaande brengt tevens mee dat ook het bezwaar dat het besluit innerlijk tegenstrijdig is, niet opgaat. De keuze om naar Den Haag te verhuizen en de werkplaats en het magazijn uit te besteden is tegen de achtergrond van de daarop in het besluit gegeven toelichting niet onverenigbaar met het (deel)besluit dat Möhringer blijft voortbestaan als volwaardige entiteit in al zijn facetten.