ECLI:NL:GHAMS:2018:692

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 februari 2018
Publicatiedatum
28 februari 2018
Zaaknummer
200.197.219/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

De vraag of een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen tussen een wervingsbureau en een groothandelaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of er een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen tussen SAM Recruitment en [X] B.V. SAM Recruitment, voorheen bekend als SAM Recruitment, had een vordering ingesteld tegen [X] B.V. voor betaling van een bemiddelingshonorarium van € 15.125, inclusief btw, na het succesvol bemiddelen van een kandidaat voor een vacature. De kantonrechter had de vordering afgewezen, omdat hij van mening was dat er geen bemiddelingsovereenkomst was gesloten. SAM Recruitment ging in hoger beroep en voerde aan dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand was gekomen, onder andere door telefonische communicatie en e-mailcorrespondentie waarin kandidaten werden voorgesteld.

Het hof heeft de feiten van de zaak in detail bekeken, waaronder de communicatie tussen partijen en de voorwaarden die door SAM Recruitment zijn gesteld. Het hof concludeerde dat de voorstellen van SAM Recruitment niet als een aanbod tot het aangaan van een bemiddelingsovereenkomst konden worden beschouwd, omdat deze onvoldoende duidelijkheid boden over de diensten die SAM Recruitment zou leveren. Het hof oordeelde dat er geen bemiddelingsovereenkomst tot stand was gekomen, omdat [X] B.V. niet had ingestemd met de voorwaarden van SAM Recruitment en er geen duidelijke aanvaarding van een aanbod was geweest.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en SAM Recruitment veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. Dit arrest benadrukt het belang van duidelijke communicatie en overeenstemming over de voorwaarden bij het aangaan van bemiddelingsovereenkomsten.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.197.219/01
zaak-/rolnummer rechtbank : 4348187 CV EXPL 15-20503
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 27 februari 2018
inzake
DG INVESTMENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. R.H.B. Wortel te ’s-Hertogenbosch,
tegen
[X] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. J.A.K. van den Berg te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Appellante handelde voorheen onder de naam SAM Recruitment en zal hierna SAM Recruitment worden genoemd.
SAM Recruitment is bij dagvaarding van 22 juni 2016 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 25 maart 2016, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen SAM Recruitment als eiseres en [X] B.V. als gedaagde.
Bij tussenarrest van 30 augustus 2016 heeft het hof een comparitie na aanbrengen gelast. Vervolgens heeft SAM Recruitment een akte overleggen productie ten behoeve van comparitie ingediend. Tijdens de op 10 november 2016 gehouden comparitie zijn partijen niet tot een minnelijke regeling gekomen.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met producties;
- akte overlegging productie;
- antwoordakte, met producties.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 10 januari 2018 doen bepleiten, SAM Recruitment door mr. G.G.W.G. van der Valk-van den Bosch, advocaat te ’s-Hertogenbosch, en [X] B.V. door mr. Van den Berg voornoemd, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Ter gelegenheid van het pleidooi heeft SAM Recruitment nog een akte overlegging producties in het geding gebracht.
Ten slotte is arrest gevraagd.
SAM Recruitment heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en – uitvoerbaar bij voorraad – alsnog haar vorderingen zal toewijzen met veroordeling van [X] B.V. in de kosten van het geding in beide instanties en terugbetaling van het bedrag van € 600 dat SAM Recruitment ter uitvoering van het bestreden vonnis aan [X] B.V. heeft voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente.
[X] B.V. heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van SAM Recruitment in de kosten van het geding in hoger beroep.
SAM Recruitment heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

2.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1.1 tot en met 1.14 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Met grief I betoogt SAM Recruitment dat de rechtbank enkele feiten ten onrechte niet dan wel onjuist heeft vastgesteld. Voor zover nodig zal het hof daar bij de opsomming van de feiten rekening mee houden. Voor zover de feiten in hoger beroep niet in geschil zijn, dienen zij ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1.
SAM Recruitment houdt zich bezig met de werving en selectie van personeel in de sector sales en marketing. [X] B.V. is een groothandelaar in groenten en fruit.
2.2.
[X] B.V. heeft op 14 april 2014 een vacature geplaatst in het dagblad Metro voor de functie van Verkoper Aziatische Levensmiddelen.
2.3.
Op 16 april 2014 ontving [A] , werkzaam voor [X] B.V. (hierna: [A] ), een aan haar gerichte e-mail van [B] , werkzaam bij SAM Recruitment (hierna: [B] ). In deze e-mail stelde [B] [C] (hierna: [C] ) voor ten behoeve van de functie van Verkoper Aziatische Levensmiddelen. Bij de e-mail was het curriculum vitae (hierna: cv) van [C] gevoegd. Het cv van [C] stond ook op een openbare website (Monsterboard). Onderaan de e-mail van SAM Recruitment stond dat de algemene voorwaarden van SAM Recruitment van toepassing zijn op al haar aanbiedingen. Daarbij stond een hyperlink naar de website van SAM Recruitment waarop haar algemene voorwaarden te vinden waren onder de button “Algemene voorwaarden”. [A] ( [X] B.V.) heeft op deze e-mail niet gereageerd.
2.4.
Op 23 april 2014 ontving [A] ( [X] B.V.) wederom een e-mail van [B] (SAM Recruitment), met daarin de vraag of zij al in de gelegenheid was geweest het profiel van [C] te bekijken. Bij e-mail van 28 april 2014 heeft [A] [B] bericht dat [C] niet in aanmerking komt voor de vacature, omdat zij geen Chinees, Vietnamees of Thais spreekt.
2.5.
Op 28 april 2014 is er telefonisch contact geweest tussen de directeur van [X] B.V., [X] (hierna: [X] ), en SAM Recruitment. Bij e-mail van diezelfde dag heeft [B] (SAM Recruitment) [X] het cv van [C] (nogmaals) toegestuurd en meegedeeld dat [C] op 5 mei 2014 om 14.00 uur langs zou kunnen komen voor een kennismakingsgesprek. In die mail stond verder dat [B] na het gesprek met [C] contact op zou nemen met [X] om het gesprek te bespreken.
2.6.
Na het versturen van deze e-mail heeft [B] (SAM Recruitment) diezelfde dag nogmaals telefonisch contact opgenomen met [X] . [X] heeft in dat telefoongesprek (onder meer) gezegd dat [C] best langs mocht komen.
2.7.
Op 29 april 2014 heeft [B] (SAM Recruitment) een e-mail aan [X] gestuurd, waarin zij schrijft naar aanleiding van het gesprek van 28 april 2014 extra informatie over de dienstverlening van SAM Recruitment toe te zenden. Anders dan de tekst doet vermoeden bevatte de e-mail geen nadere informatie over de dienstverlening van SAM Recruitment.
2.8.
Op 5 mei 2014 heeft [C] haar eerste sollicitatiegesprek gehad bij [X] B.V. Een tweede sollicitatiegesprek, dat niet door SAM Recruitment is ingepland, heeft plaatsgevonden op 14 mei 2014.
2.9.
Op 15 mei 2014 heeft [X] een gesprek gehad bij SAM Recruitment op kantoor. Tijdens dat gesprek heeft [X] navraag gedaan naar de toegevoegde waarde van SAM Recruitment voor haar opdrachtgevers. SAM Recruitment heeft daarover een voor [X] niet bevredigende uitleg gegeven. Tijdens dat gesprek heeft [X] aangeboden € 5.000 tot € 6.000 te voldoen.
2.10.
Op 16 mei 2014 heeft [B] (SAM Recruitment) per e-mail aan [X] geschreven dat SAM Recruitment bereid was een honorarium van € 10.000 (exclusief btw) af te spreken bij aanname van [C] .
2.11.
Op 19 mei 2014 heeft [X] weer telefonisch contact gehad met SAM Recruitment. Bij e-mail van diezelfde dag heeft [B] (SAM Recruitment) herhaald dat het honorarium van € 10.000 “te voldoen bij de aanstelling, bij [C] van toepassing [blijft] voor de maand mei 2014”.
2.12.
Op 2 juni 2014 is een arbeidsovereenkomst tot stand gekomen tussen [X] B.V. en [C] . [X] B.V. heeft SAM Recruitment daarover niet geïnformeerd.
2.13.
Op 30 juni 2014 heeft SAM Recruitment aan [X] B.V. gevraagd om toezending van de arbeidsovereenkomst met [C] , opdat zij de factuur kon opmaken.
2.14.
[X] B.V. heeft op diezelfde dag aan SAM Recruitment laten weten daartoe niet te zullen overgaan omdat zij geen overeenkomst met SAM Recruitment heeft.
2.15.
Artikel 4.1 van de algemene voorwaarden van SAM Recruitment luidt als volgt:
“Op het moment van Overeenstemming tussen Opdrachtgever en Kandidaat is Opdrachtgever een honorarium over het Bruto Jaarsalaris van de desbetreffende kandidaat verschuldigd aan Opdrachtnemer, conform de tarieven zoals omschreven in artikel 4.2, waarbij een minimumhonorarium geldt van een bedrag groot € 12.500,-.”
2.16.
SAM Recruitment heeft op 30 juni 2014 aan [X] B.V. een factuur voor een bedrag van € 15.125 (inclusief btw) gezonden. [X] B.V. heeft deze factuur onbetaald gelaten.

3.Beoordeling

3.1.
In deze procedure vordert SAM Recruitment betaling van € 15.125 inclusief btw, althans € 10.000 exclusief btw, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Aan deze vordering legt zij – kort gezegd – ten grondslag dat zij met [X] B.V. een bemiddelingsovereenkomst heeft gesloten. Doordat de bemiddeling is geslaagd, is [X] B.V. aan haar bemiddelingshonorarium verschuldigd. Dit bedraagt volgens haar € 15.125 inclusief btw ingevolge haar algemene voorwaarden, althans € 10.000 exclusief btw, zijnde de door haar op 16 en 19 mei 2014 aangeboden prijs, althans – indien geen honorarium overeengekomen zou zijn – een gebruikelijk dan wel redelijk loon als bedoeld in artikel 7:405 Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter is tot de conclusie gekomen dat geen bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen en heeft de vordering afgewezen, met veroordeling van SAM Recruitment in de proceskosten. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt SAM Recruitment met haar grieven op.
3.2.
In de eerste en de tweede grief betoogt SAM Recruitment dat uit de door haar gestelde feiten volgt dat tussen haar en [X] B.V. een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen.
3.3.
Zij stelt daartoe, samengevat, het volgende. Een bemiddelingsovereenkomst is reeds begin april 2014 langs telefonische weg tot stand gekomen. SAM Recruitment heeft toen telefonisch contact opgenomen met [X] B.V., heeft zich in dat gesprek bekend gemaakt als bemiddelingsbureau en heeft [X] B.V. medegedeeld mogelijk over geschikte kandidaten te beschikken. [X] B.V. heeft er toen mee ingestemd dat SAM Recruitment kandidaten aan haar zou voorstellen. De algemene voorwaarden zijn in dit gesprek besproken en daarmee alle onderdelen van de overeenkomst. In ieder geval is een bemiddelingsovereenkomst tot stand gekomen op 28, althans 29 april 2014. De e-mail van 16 april 2014, waarin [C] wordt voorgesteld, is een aanbod om voor [X] B.V. op zoek te gaan naar een geschikte kandidaat voor de vacature. Op 28 april 2014 heeft [X] namens [X] B.V. telefonisch verzocht een kennismakingsgesprek in te plannen met [C] . Dat verzoek mocht SAM Recruitment opvatten als een aanvaarding van haar aanbod om tegen loon werkzaam te zijn voor [X] B.V. teneinde te bemiddelen tussen haar en geschikte kandidaten voor bestaande vacatures. In ieder geval is een overeenkomst tot stand gekomen op 29 april 2014 door de toezending van de e-mail van 29 april 2014 (zie hiervoor, in 2.7). Daarin stonden alle voorwaarden van het aanbod van SAM Recruitment. Door het vervolgens laten plaatsvinden van de sollicitatiegesprekken met [C] heeft [X] B.V. het aanbod aanvaard. Uit het feit dat [X] op 15 mei 2014 namens [X] B.V. heeft aangeboden een bedrag van € 5.000 tot € 6.000 aan SAM Recruitment te voldoen volgt dat [X] B.V. ook van mening was dat een overeenkomst was gesloten, aldus – nog steeds – SAM Recruitment.
3.4.
[X] B.V. stelt hier, samengevat, het volgende tegenover. De voorstellen van SAM Recruitment zijn niet als een aanbod tot het aangaan van een bemiddelingsovereenkomst te beschouwen. Die voorstellen bevatten geen, althans onvoldoende informatie over het loon en de te verrichten diensten. De algemene voorwaarden van SAM Recruitment zijn nooit met haar besproken. In alle telefoongesprekken met SAM Recruitment heeft [X] B.V. bovendien aangegeven nooit met bemiddelingsbureaus te werken, zodat op geen enkel moment bij SAM Recruitment het gerechtvaardigd vertrouwen kan zijn ontstaan dat een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen.
3.5.
Het hof neemt bij de beantwoording van de vraag of een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen het volgende tot uitgangspunt. Een overeenkomst komt ingevolge artikel 6:217 BW tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Een voorstel tot het aangaan van een overeenkomst kan slechts als een aanbod worden beschouwd indien het voldoende bepaald is. Zowel een aanbod als de aanvaarding daarvan kan in iedere vorm geschieden: door een uitdrukkelijke wilsverklaring of door een feitelijk handelen, een nalaten daaronder begrepen. Of een wilsverklaring of een feitelijk handelen als een aanbod respectievelijk een aanvaarding daarvan heeft te gelden, is een kwestie van uitleg, waarbij het aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen aan elkaars verklaringen en gedragingen en wat zij in dit opzicht van elkaar mochten verwachten.
3.6.
Naar aanleiding van de door [X] B.V. in het gratis dagblad Metro geplaatste vacature voor de functie voor Verkoper Aziatische Levensmiddelen heeft SAM Recruitment op eigen initiatief [X] B.V. herhaaldelijk telefonisch en via de e-mail benaderd en [C] naar voren geschoven als geschikte kandidaat voor die functie. Daarmee ligt de vraag voor of het op eigen initiatief enkel noemen van een mogelijke kandidaat, die ook op Monsterboard was te vinden, kan gelden als een aanbod tot het aangaan van een bemiddelingsovereenkomst.
3.7.
Het hof is van oordeel dat het, op eigen initiatief – zonder dat [X] B.V. aan SAM Recruitment heeft laten weten een vacature te hebben – enkel noemen van de naam van een kandidaat niet als aanbod kan gelden nu dat ten aanzien van de aangeboden diensten te onbepaald is. In de stellingen van SAM Recruitment ligt niet besloten dat zij aan [X] B.V. duidelijk heeft gemaakt waaruit haar dienstverlening bestaat. Zij heeft met name niet gesteld dat zij aan [X] B.V. een zodanige toelichting op haar dienstverlening of haar werkwijze heeft gegeven dat [X] B.V. redelijkerwijs moest begrijpen dat haar diensten zich beperken tot het toesturen van een cv van een kandidaat, zonder de kandidaat te hebben gezien en zonder de juistheid van het cv te controleren, het regelen van een afspraak en mogelijk een vervolgafspraak tussen de kandidaat en de werkgever en het doen van navraag bij de betrokkenen naar het verloop van die gesprekken. Zij heeft wel gesteld dat zij met [X] B.V. (herhaaldelijk) telefonisch haar algemene voorwaarden heeft besproken en deze ook via e-mail heeft toegestuurd, maar de juistheid van deze – door [X] B.V. betwiste – stelling kan in het midden blijven omdat de algemene voorwaarden niets vermelden over de diensten die de opdrachtgever van SAM Recruitment mag verwachten. Dat [X] B.V. ook zonder een toelichting van SAM Recruitment redelijkerwijs moest begrijpen welke diensten zij van SAM Recruitment mocht verwachten, valt uit de stellingen van SAM Recruitment ook niet af te leiden. De dienstverlening van bemiddelingsbureaus kan sterk uiteenlopen en zal doorgaans meer inhouden dan het voorstellen van een kandidaat die het bemiddelingsbureau zelf niet persoonlijk heeft gesproken en het zonder enige vorm van controle, doorsturen van een cv dat ook op Monsterboard staat. Dat [X] B.V. had moeten begrijpen dat de dienstverlening van SAM Recruitment zich beperkte tot de bovengenoemde werkzaamheden, die wat betreft de mogelijke geschiktheid van de kandidaat geen of weinig toegevoegde waarde hebben, is gesteld noch gebleken. Van belang is in dat verband dat [X] B.V., zo volgt ook uit de e-mail van SAM Recruitment van 29 april 2014, op 28 april 2014 bij SAM Recruitment heeft geïnformeerd naar de dienstverlening van SAM Recruitment. In dat verband is ook van belang dat SAM Recruitment niet heeft weersproken dat [X] in het gesprek van 15 mei 2014 bij haar op kantoor opnieuw heeft geïnformeerd naar de werkzaamheden en de toegevoegde waarde van SAM Recruitment en dat hij heeft afgezien van samenwerking toen hem duidelijk werd wat die werkzaamheden inhielden.
3.8.
Uit het voorgaande volgt dat tussen partijen geen bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen, omdat de vraag of SAM Recruitment aan [X] B.V. ter zake een aanbod heeft gedaan ontkennend moet worden beantwoord. Hetgeen SAM Recruitment verder nog aanvoert, stuit daarop af. Dat [X] in het gesprek van 15 mei 2014 heeft aangeboden € 5.000 tot € 6.000 te betalen, kan niet tot een ander oordeel leiden. [X] kan dat aanbod immers zeer wel uit coulance hebben gedaan en om van het ‘gepush’ van SAM Recruitment af te zijn – naar hij heeft gesteld – dan wel ter voorkoming van een juridisch dispuut zoals zich thans heeft ontwikkeld. Bijkomende omstandigheden die meebrengen dat SAM Recruitment er vanaf dat moment gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat zij een bemiddelingsovereenkomst met [X] B.V. had gesloten, zijn onvoldoende gesteld of gebleken.
3.9.
De eerste en tweede grief falen op grond van het bovenstaande. De derde grief, waarin wordt betoogd dat de algemene voorwaarden van SAM Recruitment van toepassing zijn op de overeenkomst tussen partijen, kan bij die stand van zaken ook niet slagen. Nu alle grieven falen zal het vonnis waarvan beroep worden bekrachtigd. SAM Recruitment heeft bewijs aangeboden. Nu door haar echter geen feiten zijn gesteld en/of voldoende gespecificeerd te bewijzen zijn aangeboden die tot een andere uitkomst van het geding kunnen leiden, zal het bewijsaanbod worden gepasseerd. SAM Recruitment zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in appel.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt SAM Recruitment in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [X] B.V. begroot op € 1.957 aan verschotten en € 2.682 voor salaris;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.A.H. Melissen, M.P. van Achterberg en A.P. Schoonbrood-Wessels en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2018.