ECLI:NL:GHAMS:2018:636
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de beschikking tot afwijzing van het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 februari 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Ingvest I B.V. en andere verzoekers tegen Intrum Justitia B.V. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Amsterdam waarin het verzoek van Ingvest c.s. tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor is afgewezen. De verzoekers, gezamenlijk aangeduid als Ingvest c.s., hebben onvoldoende duidelijk omschreven welke concrete feiten en omstandigheden zij met het verzochte getuigenverhoor willen bewijzen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de verzoekers niet voldoende specificiteit hadden gegeven aan hun verzoek, waardoor het niet voldeed aan de eisen van de wet. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank zijn vastgesteld en heeft geoordeeld dat de grieven van Ingvest c.s. niet tot vernietiging van de bestreden beschikking kunnen leiden. De verzoekers hadden in hun verzoekschrift niet duidelijk gemaakt welke feiten zij wilden bewijzen en welke getuigen daarvoor zouden kunnen worden gehoord. Dit gebrek aan specificiteit heeft geleid tot de conclusie dat het verzoek niet voor toewijzing in aanmerking komt. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, wat betekent dat het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor niet wordt toegewezen.