ECLI:NL:GHAMS:2018:612
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs van bewustheid bij wapenbezit
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor het voorhanden hebben van een vuurwapen, specifiek een revolver van het merk Xythos, kaliber 2 mm penvuur, op of omstreeks 15 april 2016 te Amsterdam. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die de verdachte eerder had vrijgesproken.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 13 februari 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van vier maanden met aftrek van voorarrest had geëist. Het hof heeft echter vastgesteld dat voor een veroordeling op basis van artikel 26 van de Wet Wapens en Munitie vereist is dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het wapen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een bij de verdachte bestaande mate van bewustheid dat het voorwerp dat zij en haar medeverdachte in de auto voorhanden hadden, een wapen betrof.
Het hof nam in overweging dat het wapen klein van formaat was en zichtbaar als sierhanger aan de zonneklep in de auto hing. Bovendien was het wapen niet geladen en was er geen munitie aangetroffen. Er was ook geen bewijs van gebruik van het voorwerp als wapen. Gezien deze omstandigheden concludeerde het hof dat de verdachte niet in de verdediging was geschaad door eventuele taalfouten in de tenlastelegging en sprak de verdachte vrij. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht.