ECLI:NL:GHAMS:2018:594

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 februari 2018
Publicatiedatum
26 februari 2018
Zaaknummer
23-002429-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste betekening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 juni 2016. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep is gegaan tegen een eerder vonnis. De oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep was verzonden naar een adres waar de verdachte volgens de Basisregistratie Personen stond ingeschreven. Echter, het hof constateerde dat de oproeping niet op de juiste wijze was betekend, omdat niet was geprobeerd de oproeping te zenden naar het adres dat in het proces-verbaal van de eerdere zitting was vermeld. Dit leidde tot de conclusie dat de oproeping nietig verklaard moest worden, aangezien de verdachte niet ter terechtzitting was verschenen. Het hof heeft de oproeping in hoger beroep dan ook nietig verklaard, wat betekent dat de procedure niet verder kon gaan zonder een correcte oproeping.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002429-16
datum uitspraak: 9 februari 2018
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 juni 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-701436-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 februari 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Geldigheid van de dagvaarding

Getracht is de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep van 9 februari 2018 – blijkens de daarbij horende akte – te betekenen door toezending van de oproeping aan het adres [adres 2], het adres waarop de verdachte blijkens de Informatiestaat SKDB-persoon van 4 december 2017 in de Basisregistratie Personen stond ingeschreven sinds 8 maart 2016. De oproeping is verzonden naar dit adres en op 5 december 2017 aan de griffier van de rechtbank uitgereikt.
In het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 augustus 2016 van dit gerechtshof staat als adres van de verdachte opgenomen:
[adres 1]. Bij gelegenheid van die zitting is de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst. Het betreffende adres staat ook op de afzonderlijke schorsingsbeslissing vermeld. Het hof gaat er derhalve van uit dat dit het volledige adres van de verdachte is. Het hof heeft geconstateerd dat niet is getracht de oproeping toe te zenden aan voornoemd adres.
Uit hetgeen het hof hiervoor heeft vastgesteld volgt dat de oproeping om in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. De oproeping dient op grond daarvan – nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen – nietig te worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. F. van den Brink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
9 februari 2018.