In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1971 en momenteel gedetineerd, was in eerste aanleg veroordeeld voor meerdere diefstallen, waaronder winkeldiefstal met geweld. Het hof heeft de zaak onderzocht naar aanleiding van de zittingen op 30 augustus 2016 en 16 januari 2018. De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal van goederen uit een supermarkt en een portemonnee, waarbij geweld werd gebruikt tegen de slachtoffers. Het hof heeft vastgesteld dat er aanzienlijke discrepanties waren in de verklaringen van getuigen en de aangever in de zaak van de straatroof, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte in die zaak. De bewezenverklaring van de winkeldiefstallen werd wel gehandhaafd. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal met geweld in de supermarkt en een andere winkeldiefstal, maar sprak hem vrij van de straatroof. De rechtbank had eerder een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders opgelegd, maar het hof besloot om geen ISD-maatregel op te leggen vanwege onvoldoende informatie over de resocialisatie mogelijkheden van de verdachte als ongewenst vreemdeling. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven weken. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt.