Uitspraak
Procesgang
-kort gezegd- het ter beschikking stellen van zijn woning voor het telen van hennep en medeplichtigheid aan de diefstal van stroom.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De veroordeelde was eerder veroordeeld voor het telen van hennep in zijn woning en medeplichtigheid aan de diefstal van stroom. Het openbaar ministerie had in eerste aanleg gevorderd dat de veroordeelde een geldbedrag van EUR 16.681,62 zou betalen aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De politierechter had deze vordering toegewezen en de veroordeelde verplicht tot betaling van EUR 16.000,00.
In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich schuldig heeft gemaakt aan het ter beschikking stellen van zijn woning voor het telen van hennep en medeplichtigheid aan de diefstal van stroom. Echter, het hof oordeelde dat niet aannemelijk was dat de veroordeelde uit deze handelingen zelf voordeel had behaald. Daarom heeft het hof de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan door de vordering tot betaling aan de Staat af te wijzen. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting van 13 juli 2018.