Uitspraak
Procesgang
Veroordeling
- een personenauto, te weten een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1];
- een quad (Yamaha YFM700 2009);
- geldbedrag(en) van ongeveer (in totaal) 8.400 euro (contante stortingen) en/of
- sieraden en horloges (van o.a. het merk Breitling en/of Audemars Piquet)
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
“Op vordering van het openbaar ministerie kan bij een afzonderlijke rechterlijke beslissing aan degene die is veroordeeld wegens een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, en tegen wie als verdachte van dat misdrijf een strafrechtelijk financieel onderzoek is ingesteld, de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, indien gelet op dat onderzoek aannemelijk is dat ook dat feit of andere strafbare feiten er op enigerlei wijze toe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.”Voor ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel op grond van art. 36e, derde lid (oud), Sr is vereist dat (i) de betrokkene in de hoofdzaak is veroordeeld wegens een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, en (ii) gelet op het tegen hem als verdachte van dat misdrijf ingestelde strafrechtelijk financieel onderzoek aannemelijk is dat ook dat feit of andere strafbare feiten er op enigerlei wijze toe hebben geleid dat hij wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.
€ 1.001,13aan de veroordeelde toe te rekenen.
€ 3.000,00buiten beschouwing moet worden gelaten. Uit het dossier blijkt dat op 21 april 2009 een quad met kentekennummer [kenteken 2] op naam van de veroordeelde is gekomen. Getuige [getuige], een van de bestuurders van [bedrijf 2], heeft verklaard dat hij deze quad omstreeks september/oktober 2009 van de veroordeelde heeft gekocht voor € 9.500,00 en dat de veroordeelde de quad voor € 12.500,00 bij hem heeft gekocht. Uit het proces-verbaal van de raadsheer-commissaris van 21 september 2017 blijkt dat [getuige] de factuur die betrekking heeft op de quad met kentekennummer [kenteken 2] heeft toegestuurd. Uit de factuur blijkt echter dat deze is gericht aan [naam 3].
€ 3.000,00, buiten beschouwing moeten worden gelaten, omdat onvoldoende aannemelijk is dat de veroordeelde de scooter heeft gekocht.
€ 3.400,00, buiten beschouwing dienen te worden gelaten. De eigenaar van deze zaak, de heer [naam 4], heeft bij de politie verklaard dat de vader van de veroordeelde, medeveroordeelde [medeverdachte], voor de goederen en diensten die vermeld staan op de facturen met de cijfers 8 en 10 geld heeft gebracht. Deze goederen zijn door de veroordeelde uitgezocht, maar door de vader van de veroordeelde aangeschaft. Bij de raadsheer-commissaris heeft [naam 4] verklaard dat de vader van de veroordeelde altijd in de winkel geld meebracht en de veroordeelde nooit geld in de winkel heeft gebracht.
€ 3.676,00.
€ 160.882,00.
Verplichting tot betaling aan de Staat
€ 155.882,00.
Toepasselijk wettelijk voorschrift
BESLISSING
€ 160.882,00 (honderdzestigduizend achthonderdtweeëntachtig euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 155.882,00 (honderdvijfenvijftigduizend achthonderdtweeëntachtig euro).