ECLI:NL:GHAMS:2018:5098

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2018
Publicatiedatum
13 maart 2019
Zaaknummer
23-002966-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep na geweldsdelict in Haarlem

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor openlijk geweld gepleegd op 10 januari 2016 te Haarlem, waarbij hij in vereniging geweld had gepleegd tegen een slachtoffer. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die de verdachte had veroordeeld. Tijdens de zitting in hoger beroep op 3 oktober 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte had gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat er wettig bewijs aanwezig was, maar dat dit bewijs niet voldoende was om de overtuiging te verkrijgen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op een openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002966-17
datum uitspraak: 17 oktober 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 augustus 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-006299-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Bondsrepubliek Duitsland) op [geboortedag] 1976,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
3 oktober 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 januari 2016 te Haarlem openlijk, te weten voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, [plaats], in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit het een of meerdere malen slaan en/of stompen in/tegen het gezicht van die [slachtoffer] en/of terwijl die [slachtoffer] op de grond was gevallen een of meerdere malen op/tegen het lichaam en/of hoofd van die [slachtoffer] heeft getrapt en/of geschopt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd om proceseconomische redenen.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Met de raadsman en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat weliswaar wettig bewijs in het dossier aanwezig is, maar dat daaruit niet de overtuiging kan worden bekomen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. R.M. Steinhaus en mr. M. Iedema, in tegenwoordigheid van
mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 oktober 2018.
mr. H.A. van Eijk is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]