ECLI:NL:GHAMS:2018:5046

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 december 2018
Publicatiedatum
27 februari 2019
Zaaknummer
23-001590-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep na overval op winkel met geweld en bedreiging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van medeplichtigheid aan een overval op een winkel op 6 januari 2018, waarbij een kassamedewerker onder bedreiging van een mes werd gedwongen de kassa te openen. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld voor medeplichtigheid, maar het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte als medepleger aan te merken. Het hof oordeelde dat de verdachte na de overval behulpzaam was geweest bij de vlucht van de dader, maar dat dit niet voldoende was om te concluderen dat hij ook voorafgaand of tijdens de overval betrokken was geweest. De verdachte werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, en de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde maatregel werd afgewezen. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan het handelen waardoor de schade zou zijn veroorzaakt. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001590-18
datum uitspraak: 17 december 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 april 2018 in de strafzaak onder de parketnummers 13-741011-18 en 13‑684097-17 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres],
thans gedetineerd in [locatie 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 december 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 6 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (uit een kassa) een geldbedrag (van ongeveer 196,- euro) en/of vier, althans een of meer zwarte bakjes en/of een papieren hartje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf] (filiaal [locatie 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] (werkzaam in voornoemde winkel) en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk gewelddadig en/of dreigend (in/ter hoogte van voornoemde filiaal) (zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) gezichtsbedekking droeg(en) teneinde vrees aan te jagen en/of om herkenning te voorkomen)
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) heeft/hebben gezegd: "Overval, doe open die kassa" en/of "Kassa open, kassa open, schiet op" en/of "Iedereen op de grond" en/of "Geef mij al het geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of gehouden in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) en/of
- naar en/of dicht naast en/of dicht bij voornoemde [slachtoffer 1] en/of de kassa is/zijn gaan lopen en/of staan;
subsidiair:
hij op of omstreeks 6 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] (werkzaam in winkel [bedrijf] (filiaal [locatie 2]) heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (van ongeveer 196,- euro) en/of vier, althans een of meer zwarte bakjes en/of een papieren hartje, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [bedrijf],
door opzettelijk gewelddadig en/of dreigend (in/ter hoogte van voornoemde filiaal) (zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) gezichtsbedekking droeg(en) teneinde vrees aan te jagen en/of om herkenning te voorkomen)
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) te zeggen: "Overval, doe open die kassa" en/of "Kassa open, kassa open, schiet op" en/of "Iedereen op de grond" en/of "Geef mij al het geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) te tonen en/of voor te houden en/of te houden in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) en/of
- naar en/of dicht naast en/of dicht bij voornoemde [slachtoffer 1] en/of de kassa te staan en/of te lopen;
meer subsidiair:
[getuige] op of omstreeks 06 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (uit een kassa) een geldbedrag (van ongeveer 196,- euro) en/of vier, althans een of meer zwarte bakjes en/of een papieren hartje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf] (filiaal [locatie 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan voornoemde [getuige] en/of aan hem, verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] (werkzaam in voornoemde winkel) en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat voornoemde [getuige], opzettelijk gewelddadig en/of dreigend (in/ter hoogte van voornoemd filiaal) (zulks terwijl voornoemde [getuige] gezichtsbedekking droeg teneinde vrees aan te jagen en/of om herkenning te voorkomen)
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) heeft gezegd: "Overval, doe open die kassa" en/of "Kassa open, kassa open, schiet op" en/of "Iedereen op de grond" en/of "Geef mij al het geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) heeft getoond en/of voorgehouden en/of gehouden in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) en/of
- naar en/of dicht naast en/of dicht bij voornoemde [slachtoffer 1] en/of de kassa is gaan lopen en/of staan, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 6 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door toen en daar aan voornoemde [getuige] mede te delen en/of met voornoemde [getuige] afspraken te maken en/of te overleggen omtrent
- de manier en/of wijze en/of tijdstip waarop voornoemd misdrijf zou gaan plaatsvinden en/of
- de snelheid waarmee voornoemd misdrijf diende plaats te vinden en/of
- het tijdstip en/of de plaats waarop/waar de (vlucht)auto zou komen en/of zijn en/of door toen en daar op de uitkijk te gaan staan;
meest subsidiair:
[getuige] op of omstreeks 6 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] (werkzaam in winkel [bedrijf] (filiaal [locatie 2]) heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (van ongeveer 196,- euro) en/of vier, althans een of meer zwarte bakjes en/of een papieren hartje, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [bedrijf], door opzettelijk gewelddadig en/of dreigend (in/ter hoogte van voornoemd filiaal) (zulks terwijl voornoemde [getuige] gezichtsbedekking droeg teneinde vrees aan te jagen en/of om herkenning te voorkomen)
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) te zeggen: "Overval, doe open die kassa" en/of "Kassa open, kassa open, schiet op" en/of "Iedereen op de grond" en/of "Geef mij al het geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) te tonen en/of voor te houden en/of te houden in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] en/of de overige in die winkel aanwezige perso(o)n(en) en/of
- naar en/of dicht naast en/of dicht bij voornoemde [slachtoffer 1] en/of de kassa te staan en/of te lopen, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 6 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door toen en daar aan voornoemde [getuige] mede te delen en/of met voornoemde [getuige] afspraken te maken en/of te overleggen omtrent
- de manier en/of wijze en/of tijdstip waarop voornoemd misdrijf zou gaan plaatsvinden en/of
- de snelheid waarmee voornoemd misdrijf diende plaats te vinden en/of
- het tijdstip en/of de plaats waarop/waar de (vlucht)auto zou komen en/of zijn en/of door toen en daar op de uitkijk te gaan staan.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het meer subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een PIJ-maatregel en vier maanden jeugddetentie.

Vrijspraak

Inleiding
Uit het dossier blijkt dat op 6 januari 2018 omstreeks 12:25 uur een overval werd gepleegd op de winkel [bedrijf], filiaal [locatie 2]. De dader heeft een kassamedewerker, onder bedreiging van een mes, gedwongen de kassa te openen, waarna hij geld uit de kassalade heeft kunnen wegnemen. De dader is vervolgens naar buiten gerend.
In de minuten na de overval verklaarden verschillende getuigen tegen de politie over twee jongens die wegliepen of wegrenden en uiteindelijk in een auto van het merk Peugeot stapten. De politieagenten zagen die auto kort daarna rijden en hielden, na een achtervolging, omstreeks 13:00 uur [getuige] aan. In de auto zat ook de verdachte met zijn neven [naam 1] en [naam 2].
Bij vonnis van 28 juni 2018 is de medeverdachte [getuige] onherroepelijk veroordeeld voor deze overval als de persoon die met het mes de [bedrijf] heeft overvallen. [getuige] is in hoger beroep als getuige door de raadsheer-commissaris gehoord en heeft verklaard dat hij het met dat vonnis eens is en dat hij de overval heeft gepleegd.
Primair en subsidiair is de verdachte ten laste gelegd het medeplegen van deze overval, in de vorm van diefstal met geweld en afpersing. Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat het dossier geen bewijs bevat dat de verdachte als medepleger zou zijn aan te merken. Van het primair en subsidiair ten laste gelegde zal de verdachte dan ook worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank en standpunten van partijen
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het meer subsidiair tenlastegelegde – kort gezegd – medeplichtigheid bij de overval, door op de uitkijk te staan en de vluchtauto te regelen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat ook het hof de verdachte zal veroordelen wegens medeplichtigheid bij de overval. De raadsman van de verdachte heeft daarentegen bepleit dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken.
Juridisch kader
Voor de vraag of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid, is van belang of sprake is geweest van voorafgaand of gelijktijdig handelen door de verdachte waardoor de overval is bevorderd of gemakkelijk is gemaakt. Gedragingen die louter na het misdrijf worden verricht, kunnen geen medeplichtigheid opleveren.
Oordeel van het hof
Uit het dossier blijkt dat de verdachte met zijn neef [naam 1] – de eigenaar van de Peugeot – door middel van tekstberichten had afgesproken om op 6 januari 2018 met de auto naar Rotterdam te gaan om oorbellen te kopen en dat die afspraak al geruime tijd voor de overval was gemaakt, in elk geval rond tien uur die dag. Het dossier bevat geen concrete aanwijzingen dat deze afspraak (tevens) was bedoeld om een vluchtauto te regelen voor de overval dan wel op andere wijze met de overval samenhing.
De verdachte heeft later die dag verschillende keren telefonisch contact gehad met [naam 1]. Vanaf 12:33 uur heeft de verdachte een aantal keer naar [naam 1] gebeld. De van de verdachte uitgaande oproepen vonden dus pas plaats nadat de overval was afgelopen. Uit de contacten tussen de verdachte en zijn neef is daarom niet af te leiden dat de verdachte al voorafgaand aan de overval zelf het initiatief nam om een vluchtauto te regelen.
De verdachte heeft om 11:32 uur, dus voorafgaand aan de overval, een bericht gestuurd met als inhoud (vertaald): ‘Ik ben bijna bij het kraampje. Ik moet zo weg, we moeten kanker snel doen man. De auto komt zo, hij is 12 uur ter plaatse waar ik heb afgesproken’. Dit bericht zou gericht zijn aan [getuige]. Er valt echter niet zonder meer uit af te leiden of de verdachte slechts bedoelde dat hij weinig tijd had, omdat hij om twaalf uur een afspraak had, of dat de verdachte doelde op het snel plegen van de overval zodat ze gebruik konden maken van de auto als vluchtauto. De tweede variant ligt echter minder voor de hand nu de overval niet vóór, maar bijna een half uur ná twaalf uur heeft plaatsgevonden.
Het dossier bevat voorts onvoldoende aanwijzingen dat de verdachte tijdens de overval op de uitkijk heeft gestaan. Er zijn geen getuigen die daarover hebben verklaard en uit de beschikbare camerabeelden valt niet af te leiden of de verdachte zich tijdens de overval voor de [bedrijf] bevond.
Uit het dossier valt wel af te leiden dat de verdachte na afloop van de overval samen met de medeverdachte [getuige] uit de richting van de [bedrijf] is weggelopen of weggerend en dat ze uiteindelijk, na zich enige tijd achter een rij struiken verborgen te hebben, samen de auto van [naam 1] zijn ingestapt en dat de verdachte op die wijze [getuige] heeft vergezeld bij zijn vlucht. Uit de camerabeelden die ter zitting van het hof zijn vertoond, is af te leiden dat de verdachte gebruik maakte van zijn telefoon voordat [getuige] en hij zich achter de struiken verborgen, waarna de auto na korte tijd kwam aanrijden. Op dat moment, enige tijd na de overval, was de verdachte [getuige] behulpzaam bij het wegkomen uit de omgeving van de overvallen winkel. Dat neemt echter niet weg dat uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep niet met een voor een bewezenverklaring benodigde mate van zekerheid is vast te stellen dat de verdachte ook voorafgaand of tijdens het misdrijf behulpzaam is geweest of gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft.
De verdachte moet daarom eveneens worden vrijgesproken van het meer en meest subsidiair ten laste gelegde.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 december 2017 opgelegde voorwaardelijke plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van 2 jaar. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen, hetgeen inhoudt dat de voorwaardelijke PIJ die is opgelegd bij vonnis van 21 december 2017 doorloopt en de opgelegde voorwaarden herleven na vrijlating van de verdachte uit de voorlopige hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.510,40. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.010,40. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 823,22. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen, zodat de gehele vordering in hoger beroep opnieuw aan de orde is.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair en meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 16 januari 2018, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 december 2017, parketnummer 13-684097-17, voorwaardelijk opgelegde plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van 2 jaar.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. P.F.E. Geerlings en mr. N.R.A. Meerbeek, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 december 2018.
Mr. N.R.A. Meerbeek is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
proces-verbaal uitspraak
_______________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-001590-18
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, op 17 december 2018.
Tegenwoordig zijn:
mr. A.M. Kengen, raadsheer,
mr. M.C.W. van der Voort, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. R.C. Tdlohreg, advocaat-generaal.
De raadsheer doet de zaak tegen de verdachte [verdachte] uitroepen.
De verdachte is
nietin de zaal van de terechtzitting aanwezig.
Raadsman is
wel / nietaanwezig.
naam raadsman en plaats: mr. C. Crince Le Roy, advocaat te Amsterdam
De raadsheer spreekt het arrest uit.
De verdachte heeft
welafstand gedaan van recht aanwezig te zijn bij de uitspraak.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de raadsheer en de griffier is vastgesteld en ondertekend.