ECLI:NL:GHAMS:2018:5023

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 november 2018
Publicatiedatum
26 februari 2019
Zaaknummer
23-002516-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis drugssmokkel met bespreking van verweren

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 10 juli 2018 was gewezen. De verdachte, die gedetineerd is, was in eerste aanleg veroordeeld voor drugssmokkel. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, na het horen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. De advocaat-generaal had gevorderd om het vonnis te bevestigen.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 16 november 2018 heeft het hof de verdachte gevraagd naar de dreigementen van de schuldeiser, die volgens de verdachte de reden waren voor zijn handelen. De verdachte kon echter geen nieuwe of overtuigende informatie aanleveren die zijn beroep op psychische overmacht kon onderbouwen. Het hof oordeelde dat de psychische druk niet aannemelijk was en dat de verdachte niet voldoende had aangetoond dat hij onder dwang handelde.

Wat betreft de strafmaat heeft de verdediging gepleit voor een deels voorwaardelijke straf, zodat de verdachte zijn werk kan voortzetten en voor zijn gezin kan zorgen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de invoer van grote hoeveelheden harddrugs een ernstig misdrijf is, waarvoor een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte waren niet voldoende om van deze lijn af te wijken. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank dan ook bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn opgenomen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002516-18
datum uitspraak: 30 november 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 10 juli 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-051031-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres],
thans gedetineerd in [locatie].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 november 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof:
  • de bewijsmiddelen na het eventueel instellen van beroep in cassatie zal opnemen in de op te maken aanvulling op dit arrest, en
  • aanvullende overwegingen opneemt.

Aanvullende overwegingen

Ten aanzien van het beroep op psychische overmacht
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof de verdachte gevraagd waaruit de dreigementen door de schuldeiser, van wie de verdachte naar eigen zeggen de drugs moest meenemen, bestonden. De verdachte heeft daarop in de kern niet meer naar voren gebracht dan hij in eerste aanleg heeft gedaan, terwijl hij opmerkelijk genoeg wel voor het eerst in hoger beroep heeft verklaard dat hij reeds een week voor vertrek naar Curaçao door een kennis van de man die hem later in Curaçao onder druk zou hebben gezet, is aangesproken dat die man in Curaçao zijn enkele jaren ervoor aan de verdachte uitgeleende geld terug wilde. Het aldus wisselend verklaren over de precieze achtergrond van de psychische druk waaronder de verdachte zou hebben gehandeld, maakt de psychische overmacht naar het oordeel van het hof des te onaannemelijker. Ook in hoger beroep is die overmacht dus niet aannemelijk geworden.
Ten aanzien van de strafmaat.
De verdachte en zijn raadsman hebben betoogd dat aan de verdachte een deels voorwaardelijke straf wordt opgelegd, zodat hij zijn werk kan voortzetten en voor zijn gezin kan zorgen.
Het hof overweegt als volgt. De invoer van grote hoeveelheden harddrugs is een dusdanig ernstig misdrijf dat daarbij slechts een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. De door de verdediging naar voren gebrachte persoonlijke omstandigheden maken niet dat een andere straf dan door de rechtbank is opgelegd, passend is. Dat de verdachte niet eerder ter zake van een soortgelijk misdrijf in Nederland is veroordeeld, maakt dat niet anders.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. N.A. Schimmel en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 november 2018.
=========================================================================
proces-verbaal uitspraak
_______________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-002516-18
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, op 30 november 2018.
Tegenwoordig zijn:
mr. R.D. van Heffen, raadsheer,
mr. C.J.J. Kwint, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. M.M. Steinmetz, advocaat-generaal.
De raadsheer doet de zaak tegen de verdachte [verdachte] uitroepen.
De verdachte is
nietin de zaal van de terechtzitting aanwezig.
Raadsman/raadsvrouw is
wel / nietaanwezig.
(zo ja:) naam raadsman/raadsvrouw en plaats:
De raadsheer spreekt het arrest uit.
De verdachte heeft
welafstand gedaan van recht aanwezig te zijn bij de uitspraak.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de raadsheer en de griffier is vastgesteld en ondertekend.