Uitspraak
mr. D. Engelen, kantoorhoudende te Rotterdam,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 21 december 2018 een beschikking gegeven inzake de vergoeding van de onderzoeker in een enquêterecht procedure. De verzoeker, aangeduid als [A], heeft een verzoek ingediend om de kosten van het onderzoek, dat was bevolen in eerdere beschikkingen, definitief vast te stellen. De Ondernemingskamer had eerder al een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de verweersters, Clifden B.V. en Rand Holding B.V., over een periode van meer dan dertien jaar. De onderzoeker, mr. C.F. Mijs, had in zijn verslag de kosten van het onderzoek gespecificeerd en verzocht om deze vast te stellen op € 47.500 exclusief btw. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over dit verzoek kenbaar te maken. De verzoeker heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer, en er zijn geen bezwaren tegen het verzoek van de onderzoeker ingediend. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat het gevraagde bedrag niet onredelijk is en heeft de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld op het gevraagde bedrag, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad.