ECLI:NL:GHAMS:2018:4844
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen gerechtsdeurwaarders met betrekking tot valsheid in geschrift en onzorgvuldige aanmaning
In deze zaak heeft klager een klacht ingediend tegen drie gerechtsdeurwaarders. Klager beschuldigt gerechtsdeurwaarder 1 van valsheid in geschrift, omdat deze zou hebben vermeld dat een dagvaarding in persoon is betekend, terwijl dit volgens klager niet het geval was. Gerechtsdeurwaarder 3 wordt door klager mede verantwoordelijk gehouden voor deze vermeende valsheid. Daarnaast stelt klager dat gerechtsdeurwaarder 2 hem ten onrechte niet heeft aangemaand voordat tot dagvaarding is overgegaan. De kamer heeft de klacht tegen gerechtsdeurwaarder 2 gegrond verklaard, maar zonder oplegging van een maatregel. De klachten tegen gerechtsdeurwaarder 1 en 3 zijn ongegrond verklaard. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer. Klager heeft op 21 februari 2018 beroep aangetekend tegen de beslissing van de kamer van 30 januari 2018. Tijdens de behandeling van de zaak op 25 oktober 2018 zijn klager en de betrokken gerechtsdeurwaarders gehoord. Het hof heeft de feiten vastgesteld en beoordeeld of de klachten gegrond zijn. Het hof concludeert dat de klacht tegen gerechtsdeurwaarder 2 gegrond is, maar dat er geen aanleiding is voor een maatregel. De klachten tegen gerechtsdeurwaarder 1 en 3 zijn ongegrond. De beslissing van de kamer wordt bevestigd.