Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- een bedrag van € 20.000 aan [Z] onder vermelding van: “Restant conform afspraak”;
- een bedrag van € 25.000 aan Case Advocaten onder vermelding van: “Verrekening nota’s Ayuda. Zie overzicht”;
- een bedrag van € 10.660,93 aan Hanemeyer de Boer en Partners;
- een bedrag van € 3.105,59 aan Goldstein ;
- een bedrag van € 6.000 aan AGC ;
- een bedrag van € 2.500 aan Advocatencollectief Oud Charlois ;
- een bedrag van € 5.500 aan Moree Gelderblom Advocaten;
- een bedrag van € 12.791,11 aan GCM Advocaten;
- een bedrag van € 4.170,68 aan Sternrent ;
- een bedrag van € 2.891,51 aan [C] ;
- een bedrag van€ 8.550 aan Mr. [D] ;
- een bedrag van € 1.200 aan Korenhof en Partners;
- een bedrag van € 2.914,32 aan Graydon .
3.Beoordeling
ernstigverwijt.
grieven 1 tot en met 4verder geen behandeling. Voorts kan bij deze stand van zaken in het midden blijven of QLS wel krachtens cessie rechthebbende is geworden van de (gepretendeerde) vorderingen op [X] .