In deze zaak, die voortvloeit uit een eerdere uitspraak van de Hoge Raad op 4 maart 2016, gaat het om de ontbinding van een maatschap tussen twee partijen, [appellante] en [geïntimeerde], die samen een kookboek hebben geschreven. De maatschap, genaamd 'Oergezond', werd ontbonden en de exploitatierechten van het boek 'Oergondisch genieten' moesten worden verdeeld. Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 18 december 2018 geoordeeld dat de exploitatierechten aan [geïntimeerde] worden toegewezen, onder de verplichting om 10% van de bruto verkoopprijs per boek aan [appellante] af te dragen. Dit besluit is genomen na een belangenafweging, waarbij het hof rekening hield met de noodzaak voor [geïntimeerde] om het boek te kunnen exploiteren in haar diëtistenpraktijk.
De rechtbank had eerder in een tussenvonnis van 2 oktober 2013 de maatschap ontbonden en in het eindvonnis de exploitatierechten aan [geïntimeerde] toegewezen. [appellante] had in hoger beroep gegriefd tegen deze toedeling en de hoogte van de vergoeding, maar het hof oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat [geïntimeerde] een groter belang had bij de exploitatie van het boek. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep.