Rabobank heeft het winstaandeel van [appellant] als inkomen in aanmerking genomen. [appellant] meent dat Rabobank ten onrechte zakelijke kosten (vervoer, beroepskleding, contributie, vakliteratuur, congresbezoek, studie, telefoon, semafoon, verzekeringen (inclusief arbeidsongeschiktheidsverzekering), pensioen en afbetaling goodwill) niet in aanmerking heeft genomen. Het hof deelt de mening van [appellant] niet. In de Toelichting Gedragscode Hypothecaire Financieringen, paragraaf 6, punt 2, waarop [appellant] zich beroept, is vermeld dat wordt uitgegaan van het brutoloon in geval van een vaste dienstbetrekking. Dit betekent dat met kosten als door [appellant] bedoeld, indien en voor zover die voor eigen rekening van een werknemer komen, redelijkerwijs (ook) geen rekening behoeft te worden gehouden.
[appellant] stelt, in het bijzonder in verband met de kosten van een arbeidsongeschikt-heidsverzekering en een pensioenvoorziening, dat inkomen uit dienstbetrekking een bestendiger vorm van inkomen is dan winst uit onderneming en dat de pensioenpremie en premie voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering wel door ondernemers en niet door werknemers gedragen moeten worden. Die hadden daarom in elk geval bij het bepalen van zijn leencapaciteit betrokken moeten worden.
Wat de pensioenpremie betreft heeft de bank aangevoerd dat die vergelijkbaar is met de door een werknemer te betalen pensioenpremie, die ook ten laste van het brutoloon komt. De bank heeft daarom redelijkerwijs kunnen menen dat dit geen relevant verschil is. Wat de premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering betreft heeft de bank gewezen op de fiscale voordelen die een ondernemer in tegenstelling tot een werknemer geniet. In dat licht was het aan [appellant] om zijn standpunt nader toe te lichten.
Indien sprake was van bijzondere feiten en omstandigheden waardoor Rabobank in redelijkheid bepaalde kosten wel in aanmerking had moeten nemen, dan had het op de weg van [appellant] gelegen om Rabobank tijdens het offertetraject op die kosten te wijzen, hetgeen hij blijkens zijn eigen stellingen niet heeft gedaan. Rabobank heeft - onbetwist - gesteld dat zij heeft gevraagd of er sprake was van bijzondere kosten waarmee rekening gehouden zou moeten worden, en daarmee invulling gegeven aan haar onderzoeksverplichting. Vervolgens was het aan [appellant] om die kosten te noemen en toe te lichten. Dat heeft hij niet gedaan.