Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
BESLISSING
wel / nietin de zaal van de terechtzitting aanwezig.
wel / nietaanwezig.
(indien de VTE is verschenen)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, een 16-jarige jongen, was beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een 14-jarig meisje, dat nog niet de leeftijd van zestien jaar had bereikt. De tenlastelegging betrof seksuele handelingen die zouden hebben plaatsgevonden tussen 1 juli 2015 en 23 november 2015 in Bodegraven. De advocaat-generaal had een voorwaardelijke taakstraf geëist, maar de raadsvrouw pleitte voor vrijspraak.
Het hof heeft de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht, dat de bescherming van jeugdigen tussen de twaalf en zestien jaar beoogt. Het hof overwoog dat het ontuchtige karakter van de handelingen kan ontbreken als deze vrijwillig plaatsvinden en er sprake is van een gering leeftijdsverschil. In dit geval kwam het hof tot de conclusie dat de seksuele handelingen tussen de verdachte en het slachtoffer vrijwillig waren en dat het slachtoffer het initiatief had genomen. De verklaringen van het slachtoffer, waarin zij aangaf dat zij niet als slachtoffer voelde en dat zij niet gedwongen was, werden door het hof meegewogen.
Uiteindelijk oordeelde het hof dat de feiten en omstandigheden onvoldoende waren om te concluderen dat de verdachte de sociaal-ethische norm had overschreden. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak om de context van seksuele handelingen tussen jongeren zorgvuldig te beoordelen, vooral wanneer er sprake is van wederzijdse instemming en een gering leeftijdsverschil.