Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
29 augustus 2017.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee kinderen, geboren uit de relatie van de moeder met een niet-biologische vader. De kinderen verblijven momenteel bij een pleegmoeder en de moeder heeft in hoger beroep de verlenging van de uithuisplaatsing aangevochten. De GI, de gecertificeerde instelling, heeft de verlenging van de uithuisplaatsing aangevraagd, omdat de moeder onvoldoende in staat zou zijn om de zorg voor de kinderen op zich te nemen. De moeder heeft echter betoogd dat zij zich positief ontwikkelt en dat de uithuisplaatsing niet meer noodzakelijk is. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de adviezen van de GI en de raad voor de kinderbescherming. Het hof concludeert dat de uithuisplaatsing van de kinderen noodzakelijk blijft in het belang van hun verzorging en opvoeding. De moeder heeft weliswaar stappen gezet in haar ontwikkeling, maar er zijn nog te veel zorgen over haar opvoedcapaciteiten. Het hof bekrachtigt daarom de bestreden beschikking en wijst het verzoek van de moeder af.