ECLI:NL:GHAMS:2018:4669

• Datum uitspraak: 14 november 2018
• Publicatiedatum: 18 december 2018
• Zaaknummer: 15/203478-18
• Instantie: Gerechtshof Amsterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Raadkamer
• Rechters: J.L. Bruinsma; I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen; H.F. van Kregten
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Beoordeling van de voorlopige hechtenis en schorsingsverzoek in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 november 2018 in raadkamer uitspraak gedaan over het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 24 oktober 2018, waarin een bevel tot gevangenhouding was gegeven. De verdachte, die momenteel verblijft in een huis van bewaring, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsvrouw van de verdachte een mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend.

Het hof heeft de relevante stukken en verklaringen van getuigen in overweging genomen. De verklaringen wijzen op ernstige bezwaren tegen de verdachte, waaronder een getuigenverklaring dat hij door de verdachte is beschoten en het aantreffen van munitie in de woning van de verdachte. Ondanks de ernstige bezwaren heeft het hof besloten de termijn van het bevel gevangenhouding te beperken tot 45 dagen, zodat er ruimte is voor nader onderzoek naar de aanwezigheid van deze bezwaren.

Het hof heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat de gronden voor de voorlopige hechtenis nog steeds aanwezig zijn. De beslissing van het hof is op 14 november 2018 gegeven door een meervoudige kamer, waarbij de advocaat-generaal de beschikking ter kennis van de verdachte heeft gebracht.

Uitspraak

15/203478-18

GERECHTSHOF AMSTERDAM,

MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER

BESCHIKKING in raadkamer op het hoger beroep in de zaak van

[naam],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

wonende te [adres 1],

thans verblijvende in het huis van bewaring [locatie],

tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 24 oktober 2018, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 26 oktober 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.

Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw, mr. J.J.C. Engels, namens de raadsman van de verdachte, mr. G. Kaaij.

Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsvrouw namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, met dien verstande dat het hof de termijn van het bevel gevangenhouding zal beperken tot 45 dagen.

Het hof acht ernstige bezwaren aanwezig voor het op de vordering inbewaringstelling vermelde feit, gelet op de verklaring van [getuige 1] dat hij door [verdachte] is beschoten, de verklaring van de getuige [getuige 2] dat een van de schutters er op een scooter met blauw kenteken vandoor ging, de verklaring van [getuige 3] dat [verdachte] die dag ook op de [adres 2] aanwezig was en op de scooter was gekomen, het feit dat op naam van de verdachte een scooter staat met een blauw kenteken en de omstandigheid dat bij de doorzoeking van de woning van de verdachte een doosje munitie is aangetroffen.

Er wordt nog nader onderzoek verricht. De uitkomsten daarvan kunnen van invloed zijn op de aanwezigheid van ernstige bezwaren. In verband daarmee zal het hof de duur van het bevel gevangenhouding verkorten zodat op een eerder tijdstip kan worden bezien of ook dan nog sprake is van ernstige bezwaren tegen de verdachte om de voorlopige hechtenis te kunnen dragen.

Gelet op de gronden waarop de voorlopige hechtenis rust, dient het mondelinge verzoek tot schoring van de voorlopige hechtenis te worden afgewezen.

15/203478-18

De beslissing

Het hof:

WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

Deze beschikking is gegeven op 14 november 2018 in raadkamer van dit hof door

mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,

mrs. I.M.H. van Asperen de Boer- Delescen en H.F. van Kregten, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.

De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.

Amsterdam, 14 november 2018,

de advocaat-generaal