ECLI:NL:GHAMS:2018:4667

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 november 2018
Publicatiedatum
18 december 2018
Zaaknummer
13/741210-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen verlenging gevangenhouding met aandacht voor recidivegevaar en psychische problematiek

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 november 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 29 oktober 2018. De rechtbank had een bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van de gevangenhouding van de verdachte gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank, waarin het hoger beroep werd ingesteld, en heeft de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. Tijdens de zitting in raadkamer zijn zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. Gunning, gehoord.

De raadsman heeft een mondeling schorsingsverzoek gedaan, waarbij het hof heeft overwogen dat er bij de verdachte sprake is van psychische problematiek. Ondanks eerdere verklaringen van de verdachte dat hij niet met de reclassering wil samenwerken, heeft hij in raadkamer aangegeven vanaf nu wel mee te willen werken aan psychologisch onderzoek. Het hof concludeert dat zonder dit onderzoek het recidivegevaar niet kan worden ingeschat en dat schorsing van de voorlopige hechtenis niet aangewezen is.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beslissing is genomen in raadkamer en is op 14 november 2018 gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/741210-18
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Penitentiaire Inrichting [locatie],
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 29 oktober 2018, voor zover houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van
31 oktober 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman, mr. J. Gunning.
Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsman namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Ten aanzien van het recidivegevaar overweegt het hof dat er bij de verdachte kennelijk sprake is van psychische problematiek. In tegenstelling tot eerdere verklaringen van de verdachte dat hij niets meer met de reclassering te maken wil hebben en dat hij niet zal meewerken aan psychologisch onderzoek, heeft de verdachte in raadkamer van heden toegezegd vanaf nu wel te zullen meewerken. Het psychologisch onderzoek kan daarom nu worden uitgevoerd. Zolang dat onderzoek niet is uitgevoerd, kan niet worden ingeschat hoe groot het recidivegevaar is en of dit afdoende kan worden ingeperkt door schorsingsvoorwaarden. Gelet op het voorgaande acht het hof schorsing van de voorlopige hechtenis niet aangewezen.

13.741210-18

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 14 november 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. I.M.H. van Asperen de Boer- Delescen, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en H.F. van Kregten, raadsheren
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 14 november 2018,
de advocaat-generaal