ECLI:NL:GHAMS:2018:4642

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 december 2018
Publicatiedatum
17 december 2018
Zaaknummer
200.229.574/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in het kader van enquêterecht met betrekking tot DeSeizoenen B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 17 december 2018 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de Centrale Cliëntenraad van DeSeizoenen B.V. om het bedrag dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van DeSeizoenen B.V. mag kosten te verhogen. Dit onderzoek was eerder bevolen bij beschikkingen van 30 april en 2 mei 2018, waarbij het budget was vastgesteld op € 35.000, exclusief btw. Later, op 27 juni 2018, werd dit bedrag verhoogd tot € 70.000. De onderzoeker, mr. J.M. Blanco Fernández, heeft op 6 december 2018 verzocht om een verdere verhoging van het budget tot € 85.000, omdat hij meer uren aan het onderzoek had besteed dan oorspronkelijk begroot en extra kosten had gemaakt voor ondersteuning.

De Ondernemingskamer heeft de gronden van het verzoek van de onderzoeker in overweging genomen. De onderzoeker heeft toegelicht dat de overschrijding van het budget te wijten is aan onvoorziene werkzaamheden, zoals extra gesprekken en verslaglegging. Hij heeft ook aangegeven dat alle betrokken partijen geen bezwaar hebben gemaakt tegen de voorgestelde verhoging van het budget. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de reden voor de verhoging voldoende is toegelicht en dat er geen bezwaren zijn van de partijen.

De Ondernemingskamer heeft vervolgens besloten het verzoek van de onderzoeker toe te wijzen en het budget voor het onderzoek te verhogen tot € 85.000, exclusief btw. Tevens is bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van DeSeizoenen B.V. en dat zij aanvullende zekerheid moet stellen voor de betaling van dit bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.229.574/01
beschikking van de Ondernemingskamer van 17 december 2018
inzake
DE CENTRALE CLIENTENRAAD VAN DESEIZOENEN B.V.,
gevestigd te Oploo,
VERZOEKER,
advocaten:
mr. H.W.L. de Beaufort,
mr. H.A. de Savornin Lohmanen
mr. A.H. Arntz, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DESEIZOENEN B.V.,
gevestigd te Oploo,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. S.J.H.M. Berendsenen
mr. B. Kemp, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WW ZORG GROEP B.V.,
gevestigd te Bussum,
2.
[A],
wonende te [....] ,
3.
[B],
wonende te [....] ,
4.
[C],
wonende te [....] ,
5.
[D],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. W.K. Bischoten
mr. N.M. Suurmond, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

6 DE LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN DESEIZOENEN B.V.,

a. a)
[E],
b)
[F],
c)
[G],
d)
[H],
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. P.D. Oldenen
mr. F.H. Oosterloo, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1
In het vervolg zal verweerster (ook) worden aangeduid als DeSeizoenen.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 30 april 2018, 2 mei 2018 en 27 juni 2018.
1.3
Bij de beschikkingen van 30 april 2018 en 2 mei 2018 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van DeSeizoenen over de periode vanaf 10 januari 2012 tot 15 maart 2016, mr. J.M. Blanco Fernández te Amsterdam (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 35.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van DeSeizoenen.
1.4
Bij de beschikking van 27 juni 2018 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 70.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van DeSeizoenen.
1.5
De onderzoeker heeft bij brief, met bijlagen, van 6 december 2018 de Ondernemingskamer verzocht het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen tot € 85.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft ter toelichting op zijn verzoek een specificatie van de door hem in verband met het onderzoek verrichte werkzaamheden en de daarmee gemoeide tijd bijgevoegd. Het onderzoeksbudget van € 70.000 exclusief btw is inmiddels met € 7.850 overschreden, omdat hij meer uren aan het onderzoek heeft moeten besteden dan eerder (conservatief) door hem was begroot en hij circa € 2.500 aan kosten van ondersteuning heeft moeten maken. De overschrijding is volgens hem te wijten aan werkzaamheden die van te voren onvoorzien waren, zoals het voeren van extra gesprekken en de verslaglegging daarvan, alsook het behandelen van een tweetal verzoeken aan de Ondernemingskamer. Bovendien hebben het onderzoek en het schrijven van het conceptverslag meer tijd gevergd dan was voorzien. Volgens de onderzoeker heeft hij zeer zuinig gedeclareerd en ligt het aantal daadwerkelijk bestede uren (aanmerkelijk) hoger. Daarnaast heeft de onderzoeker te kennen gegeven dat het conceptonderzoeksverslag aan partijen is voorgelegd en hun de gelegenheid is geboden commentaar daarop te leveren. De onderzoeker heeft de verwachting uitgesproken dat vervolgens nog circa 24 uren nodig zullen zijn om het onderzoek te kunnen afronden.
2.2
Volgens de onderzoeker heeft hij partijen op de hoogte gesteld van zijn voornemen de Ondernemingskamer te verzoeken het onderzoeksbudget met € 15.000 te verhogen. Alle partijen hebben naar zijn zeggen aan hem bericht geen bezwaar tegen het verhogingsverzoek te hebben. Van de door de Ondernemingskamer aan partijen geboden gelegenheid kenbaar te maken of zij daar anders over denken, heeft geen van hen gebruik gemaakt.
2.3
De Ondernemingskamer overweegt dat de onderzoeker, tegen de achtergrond van het in 2.1 vorenoverwogene, de reden voor verhoging van het onderzoeksbudget voldoende heeft toegelicht. Met het oog op de in 2.2 overwogen gang van zaken vertrouwt de Ondernemingskamer partijen akkoord met de door de onderzoeker verzochte verhoging. Het verzoek komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal dit verzoek dan ook toewijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 30 april 2018 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van DeSeizoenen B.V. ten hoogste mag kosten tot € 85.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van DeSeizoenen B.V. en dat zij ten behoeve van de onderzoeker op zijn verzoek en op de door hem te bepalen wijze (aanvullende) zekerheid dient te stellen voor de betaling van dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en drs. P.R. Baart en mr. D.E.M. Aleman, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 17 december 2018.