3.2.Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.Blijkens het proces-verbaal van de rechtbank [plaats] van 20 december 2016 hebben [klaagster 2] , haar zoon [naam] (hierna: [zoon X] ) en [naam] (de ex-echtgenote van [zoon X] , hierna: [ex-echtgenote Y] ) onder andere het volgende met elkaar afgesproken:
“Partijen verklaren in het verleden in gemeenschap van goederen te zijn gehuwd. In het kader van de afwikkeling van de echtscheiding verklaren zij te zijn overeengekomen als volgt:
1.(..)
2. Tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behoren de navolgende onroerende goederen: (..)
Deze onroerende goederen zullen worden toebedeeld aan dhr. [zoon X] .
3. Dhr. [zoon X] zal de hypothecaire geldlening bij mevr. [klaagster 2] overnemen. Mevr. [klaagster 2] ontslaat mevr. [ex-echtgenote Y] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van deze hypothecaire geldlening.
4. In het kader van overbedeling zal dhr. [zoon X] bij de overdracht van de onroerende goederen aan mevr. [ex-echtgenote Y] betalen € 160.000.
5. Partijen kiezen samen een notaris te [plaats] of omgeving. (..)
(..)
8. Partijen verzoeken de drie procedures door te halen onder compensatie van kosten.”
Dit proces-verbaal is ondertekend door [klaagster 2] , [zoon X] , [ex-echtgenote Y] , alsmede door de advocaten van [zoon X] en [ex-echtgenote Y] .
3.2.2.Eind 2016/begin 2017 heeft het kantoor van de notarissen de opdracht gekregen om bedoelde verdeling te bewerkstelligen.
3.2.3.Bij e-mailbericht van 9 februari 2017 heeft mr. [naam] , werkzaam als kandidaat-notaris bij het kantoor van de notarissen, aan de advocaat van [zoon X] het volgende bericht:
“In verband met de overname van de hypothecaire geldlening door de heer [zoon X] , alsmede het ontslag uit de hoofdelijk aansprakelijkheid daarvoor van mevrouw [ex-echtgenote Y] , hebben wij geconstateerd dat de hypotheekhouder – [de BV] - is ontbonden (zie bijgaand uittreksel). Zoals overigens reeds door u is medegedeeld in uw e-mail van 17 januari jongstleden.
Omdat voormelde B.V. nog steeds in het kadaster als hypotheekhouder staat vermeld, resulteert dat in een complicatie.
Doordat de hypotheekhouder is opgehouden te bestaan, kan er thans geen ontslag hoofdelijkheid worden verleend casu quo aangenomen door of namens de betreffende hypotheekhouder. Tenzij in het verleden reeds een regeling is getroffen en is verzuimd deze te doen inschrijven in de openbare registers van het kadaster, vrees ik dat het noodzakelijk is om de vereffening van de betreffende vennootschap te heropenen. Indien een dergelijke regeling (bijvoorbeeld de contractsovername van de vordering door mevrouw [klaagster 2] van de voormelde B.V.) in het verleden wel zou zijn getroffen, vernemen wij dat graag.
Hierover treden wij graag nader met u in overleg.”
3.2.4.De advocaat van [zoon X] heeft vervolgens geopperd om [klager] , als vereffenaar van de geliquideerde [de BV] , in te schakelen, aangezien hij wellicht een en ander zou kunnen verduidelijken. Hierop heeft de kandidaat-notaris telefonisch contact opgenomen met [klager] en met hem gesproken over deze kwestie.
3.2.5.Bij e-mailbericht van 15 februari 2017 heeft de kandidaat-notaris aan [klager] (en in cc aan de advocaten van [zoon X] en [ex-echtgenote Y] , mr. [naam] en de notaris) het volgende bericht:
“In vervolg op uw uitleg van de akte van cessie dd 15 januari 2016, in het kader van het ontslag hoofdelijk schuldenaarschap van (..) [ex-echtgenote Y] (..), is ons vanmiddag alsnog gebleken (..), dat zulks niet tot het gewenste resultaat kan leiden.
In de bijlage treft u aan een kopie van de betreffende stukken, waarbij ik constateer (..):
1. [de BV] is ontbonden op 16 april 2012;
2. de akte van cessie beoogt de “(vorderings)rechten” van de BV op dhr. [zoon X] en mevr. [ex-echtgenote Y] (uit de akte houdende hypothecaire geldlening dd 5 juni 2009) te doen verwerven – uiteindelijk – door mevr. [klaagster 2] . Dientengevolge zou mevr. [klaagster 2] de akte houdende ontslag hoofdelijkheid van mevr. [ex-echtgenote Y] kunnen ondertekenen;
3. echter: de akte van cessie is gedateerd 15 januari 2016 en in die akte vindt de cessie plaats > zie artikel 1>>…“draagt genoemde BV hierbij al haar (vorderings)rechten” …. Een en ander nog los van het feit, dat mevr. [ex-echtgenote Y] de cessie-akte niet heeft ondertekend;
4. aangezien de BV op 15 januari 2016 niet bestond, kon zij per die datum de bedoelde cessie niet effectueren!!
Het gevolg van deze conclusie is, dat daarmee vooralsnog geen uitvoering kan worden gegeven aan de overeenkomst tussen dhr. [zoon X] en mevr. [ex-echtgenote Y] (..), waarvan het voorschreven ontslag hoofdelijkheid een integrerend deel uit maakt!!
Omdat ik u niet meer telefonisch kon bereiken, verzoek ik u hierdoor dringend om uw voorspoedige adequate reactie in deze, teneinde daarmede de onderhavige impasse zsm te kunnen doorbreken.”
3.2.6.In de periode tussen 15 februari 2017 en juni 2017 is er meermaals contact geweest
(per e-mail als ook telefonisch) tussen de notarissen, de advocaten van [zoon X] en [ex-echtgenote Y] en [klager] . In die contacten (zie bijlagen 10 tot en met 33 bij het klaagschrift) werden over en weer voorstellen gedaan om tot een oplossing te komen voor het geconstateerde probleem (en werden door de kandidaat-notaris verschillende onderhandse stukken opgesteld), doch alles zonder resultaat.
3.2.7.Bij e-mailbericht van 9 juni 2017 heeft [klager] aan de kandidaat-notaris onder andere bericht:
“Aangezien de gehele gang van zaken tot nu voor [klaagster 2] onaanvaardbaar is overweegt zij inmiddels een klacht in te dienen. Echter, uit mijn contacten met uw kantoor gisteren en controle van het register bleek mij dat u als notaris gedefungeerd bent en dat u als art. 30a-kandidaat-notaris in het register ingeschreven staat. Betekent dit niet dat de verantwoordelijkheid voor dit dossier bij notaris mr. [naam] berust en dat niet u maar hij uiteindelijk over de afwikkeling van het dossier gaat?
Gaarne per ommegaande duidelijkheid in deze.”
3.2.8.Bij e-mailbericht van 14 juni 2017 heeft de kandidaat-notaris aan [klager] bericht dat tussen 15.30 en 16.30 uur met hem telefonisch contact zou worden opgenomen. Tijdens dit telefonisch contact heeft de notaris aan [klager] laten weten dat hij de verantwoordelijke notaris is in dezen.
3.2.9.Klagers hebben op 18 juli 2017 bij de kamer een klacht ingediend tegen de notarissen.
3.2.10.Op 16 augustus 2017 is de akte van verdeling en levering tussen [zoon X] en [ex-echtgenote Y] ten overstaan van de notaris gepasseerd. Deze akte is op 17 augustus 2017 ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers. [ex-echtgenote Y] is bij die akte ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Het hypotheekrecht is op een later moment via een waardeloosheidsverklaring door een ander notariskantoor doorgehaald.