Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.S. [geïntimeerden] ,
J. [geïntimeerden],
1.Het geding in hoger beroep
zaak-/rolnummer gewezen tussen [appellante] als eiser in conventie, tevens verweerder in reconventie en [geïntimeerden] c.s. als gedaagden in conventie tevens eisers in reconventie. [appellante] heeft bij deze dagvaarding een incidentele vordering ingesteld tot inzage in en/of afgifte van de hierna te noemen bescheiden op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
- de gedetailleerde bouwtekeningen van het rijksmonument [adres] die zijn gebruikt voor de verbouwing inclusief de tussentijdse aanpassingen;
- de door [geïntimeerden] c.s. met aannemer [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ) gesloten aannemingsovereenkomst inclusief het daarbij behorende bestek;
2.De beoordeling
€ 25.181,31 aan huurachterstand. Omdat [appellante] daartoe niet is overgegaan, is het op 10 juni 2016 door de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland in kort geding veroordeeld tot ontruiming van het pand.
a. veroordeling van [geïntimeerden] c.s.:
(2) een glazen tochtdeur te plaatsen in de hal voor de deur naar de winkel;
(3) in het gehuurde vanuit de werkruimte in de kelder een doorgeefsleuf te maken waardoor in de kelder opgeslagen collectie stukken vanuit de kelder naar de expositieruimte op de begane grond kunnen worden verplaatst;
(5) de invalidenlift bij de trap aan de entree van [appellante] aan de Grote Oost te plaatsen conform de tekening;
(6) aan [appellante] vier sets exclusieve sleutels te leveren, inclusief sleutels voor de bediening van de lift;
(7) de voorwand van [appellante] te herplaatsen conform de oorspronkelijke tekening en niet zoals gewijzigd aangegeven op productie 6 bij inleidende dagvaarding, zodat de lift op de begane grond weer binnen de tentoonstellingsruimten valt;
(8) het gebruik van de van de gemeente Hoorn gehuurde parkeerplaats af te staan aan [appellante] althans medewerking eraan te verlenen dat de door [geïntimeerden] c.s. van de gemeente Hoorn gehuurde parkeerplaats op naam zal worden gesteld van [appellante] ;
alles met oplegging van een door [geïntimeerden] c.s. aan [appellante] te betalen dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat [geïntimeerden] c.s. nadien in gebreke blijven met het verhelpen van alle hiervoor vermelde gebreken met een maximum van € 200.000,--;
b. ontzegging van de gepretendeerde vordering van [geïntimeerden] c.s. als blijkt uit hun factuur de dato 25 april 2016 dan wel veroordeling van [geïntimeerden] c.s. die kosten aan [appellante] te vergoeden, evenzo voor eventueel toekomstige dergelijke gepretendeerde vorderingen;
c. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. een origineel exemplaar van de door beide partijen getekende huurovereenkomst met beschrijving van het gehuurde en bijlagen aan [appellante] te verstrekken;
d. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot vergoeding van de in de inleidende dagvaarding gespecificeerde en door [appellante] voorgefinancierde verbouwingskosten groot
€ 124.921,03, exclusief btw;
e. vaststelling dat [appellante] geen gebruik heeft kunnen maken van het gehuurde over de periode van 1 januari 2015 tot 20 april 2016 en om die reden geen huur is verschuldigd over die periode met veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot restitutie van al hetgeen zij over deze periode van [appellante] hebben ontvangen aan huur;
f. bepaling dat de huurperiode van 10 jaren wordt verlengd met 15 maanden en 19 dagen (gelijk aan de periode van 1 januari 2015 tot en met 19 april 2016);
g. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot betaling van:
- de nota voor advieswerkzaamheden 4e, 6e en 7e termijn van [bedrijf] Architect ten bedrage van € 5.995,--, exclusief btw;
- de nota voor advieswerkzaamheden 5e termijn van [bedrijf] Architect ten bedrage van € 2.250,--, exclusief btw;
- de nota van [bedrijf] voor kosten dekvloer, toilet betimmering et cetera ten bedrage van € 10.514,58, exclusief btw;
alles conform productie 12 van de inleidende dagvaarding;
h. verklaring voor recht dat de entree op de begane grond aan de voorzijde aan de Grote Oost en de lift behoren tot het door [appellante] gehuurde, conform de aan de huurovereenkomst gehechte tekeningen, zoals door [geïntimeerden] c.s. in het geding zijn gebracht bij kort geding van 1 april 2016;
i. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot terugbetaling van de huurpenningen over de periode van 1 januari 2015 tot 20 april 2016 ten bedrage van € 35.391,--, exclusief btw;
j. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot betaling van de schade voor gederfd huurgenot over de periode tot 1 december 2016 (als berekend onder A in de akte vermeerdering van eis) van in totaal € 84.638,43, en tot betaling van een aanvullende schadevergoeding van € 4.233,33 voor iedere maand dat [geïntimeerden] c.s. na 1 december 2016 in gebreke blijven om [appellante] weer in het genot stellen van het gehuurde tot uiterlijk juli 2024;
k. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot betaling van de schade wegens door [appellante] gemiste onderhuurinkomsten ten bedrage van € 7.500,-- per jaar vanaf 1 juli 2016 tot juli 2024;
l. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot betaling van de schade wegens de kosten van de ontruiming en de opslag van collectie en inboedel ten bedrage van € 13.915,--;
m. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot betaling van de schade door het missen van de kwijtschelding van de lening van de Van Reekum van Moorselaar stichting ten bedrage van € 75.000,--;
n. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot betaling van de schade voor aansluiting Nuon van € 390,-- per maand per 1 juli 2016 tot de datum dat [appellante] weer toegang krijgt tot het gehuurde;
o. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot betaling van de kosten van herplaatsing van de muur, het sleutelplan en het herziene sleutelplan lift ten bedrage van € 11.995,--, exclusief 21% btw;
p. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. tot betaling van restitutie van betaalde servicekosten ten bedrage van € 960,--, exclusief 21% btw;
q. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. het gebruik van het gehuurde per omgaande aan [appellante] te verschaffen;
r. veroordeling van [geïntimeerden] c.s. in de proceskosten.
b. verklaring voor recht dat [appellante] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn
verplichtingen voortvloeiend uit de huurovereenkomst en veroordeling van [appellante] tot betaling van de schade die [geïntimeerden] c.s. als gevolg daarvan hebben geleden en nog zullen lijden;
c. veroordeling van [appellante] om binnen twee dagen na het vonnis alle subsidieaanvragen (met alle bijhorende bescheiden), tezamen met de subsidiebeschikkingen, in afschrift aan [geïntimeerden] c.s. te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag dat [appellante] daarmee in gebreke blijft;
d. veroordeling van [appellante] in de proceskosten.
“betreft: Restauratie en verbouw panden [adres] . Onderdeel: [appellante] .”[appellante] heeft evenwel vervolgens geen subsidie voor de uitbouw van de achtergevel ontvangen en [geïntimeerden] c.s. wel. Uit een subsidieaanvraag is gebleken dat er door [geïntimeerden] c.s. subsidie is aangevraagd voor de afronding van de verbouwing van [appellante] . Aan [geïntimeerden] c.s. is een subsidiebedrag toegekend van € 168.000,--. Bij de afronding van de werkzaamheden kwam ook nog naar voren dat [geïntimeerden] c.s. menen dat [appellante] de kosten van de aanleg van de verwarming en het sanitair in het museumgedeelte van het pand diende te betalen, aldus [appellante] .
4.De beslissing
- de gedetailleerde bouwtekeningen van het rijksmonument [adres] die zijn gebruikt voor de verbouwing inclusief de tussentijdse aanpassingen;
- de door [geïntimeerden] c.s. met [bedrijf] gesloten aannemingsovereenkomst;