ECLI:NL:GHAMS:2018:4577

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
12 december 2018
Zaaknummer
200.250.102/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake civiele zaak met verzoek om comparitie van partijen

In deze zaak heeft appellant, H.O.D.N. [X], hoger beroep ingesteld tegen een of meer vonnissen die in de onderhavige zaak zijn gewezen. De appellant heeft de geïntimeerden, die ook in deze procedure betrokken zijn, bij exploot opgeroepen om voor het Gerechtshof Amsterdam te verschijnen. De zaak is op de rol ingeschreven en de geïntimeerden zijn verschenen met hun advocaat, mr. P.R.W. Richter te Utrecht.

Het Gerechtshof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten. Dit is bedoeld om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken. Hierbij kunnen ook onderwerpen zoals mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen aan de orde komen. Het hof heeft bepaald dat partijen in persoon of vertegenwoordigd door een bevoegde persoon moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris, mr. C.C. Meijer, in het Paleis van Justitie te Amsterdam.

Daarnaast heeft het hof een aantal termijnen vastgesteld. Partijen moeten binnen vier weken na de uitspraak hun verhinderdagen opgeven, waarna het hof de datum en tijd van de comparitie zal vaststellen. Ook is bepaald dat appellant uiterlijk vier weken na de uitspraak een kopie van het volledige procesdossier moet indienen bij het hof. De verdere beslissingen zijn aangehouden, wat betekent dat het hof op een later moment verder zal oordelen over de zaak.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.250.102/01
zaaknummer rechtbank : 6866315\CV EXPL 18-3376
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 11 december 2018
inzake
[appellant] , H.O.D.N. [X],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
advocaat: mr. R.A.M. Schram te Haarlem,
tegen
[geïntimeerde sub 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde sub 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
advocaat: mr. P.R.W. Richter te Utrecht.

1.Het geding in hoger beroep

Appellant heeft bij exploot geïntimeerden aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerden zijn bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. C.C. Meijer, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 4 weken na heden op de rol van 8 januari 2019 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de comparitie zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de comparitie meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de comparitie na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellant uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zal indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de comparitie de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.