Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het beklag
[beklaagde 1], [beklaagde 2] en [beklaagde 3](hierna: beklaagden, ook wel verbalisanten) ter zake van mishandeling.
2.Het verslag van de advocaat-generaal
3.De voorhanden stukken
4.De behandeling in raadkamer
5.De beoordeling van het beklag
aanhoudingvan klager was rechtmatig, vanwege de gerede verdenking (op basis van het wikkel dat klager aan twee personen toonde, hetgeen ook te zien is op de camerabeelden) van overtreding van de Opiumwet.
pepperspraywas gerechtvaardigd, gelet op klagers voortdurende en krachtige verzet tegen zijn aanhouding. Er zijn geen aanwijzingen dat is gehandeld in strijd met de hiervoor genoemde kaders of de door de Ombudsman beschreven voorwaarden voor het gebruik.
gebroken armziet het hof geen aanwijzingen dat beklaagden (voorwaardelijk) opzet hadden op het toebrengen van pijn of letsel. Op grond van de beelden is aannemelijk dat de gebroken arm het directe gevolg is geweest van het verzet van klager tegen zijn aanhouding, meer in het bijzonder, dat de fractuur is opgetreden toen de verbalisanten trachtten klager te boeien terwijl klager daarbij naar de grond bewoog. De stelling van de advocaat dat de arm (pas) is gebroken toen klager op de grond lag en niet meer kon bewegen waarna een van de beklaagden (blijkbaar met opzet en in alle rust) de arm brak, is niet alleen moeilijk voorstelbaar maar vindt ook geen enkele steun in (de waarneming van) de beelden.