ECLI:NL:GHAMS:2018:4530
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugwijzing naar de politierechter in verband met onjuiste informatie over zitting
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was in eerste aanleg niet vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, omdat deze onjuist was geïnformeerd over de zitting. De raadsvrouw had op de dag voor de zitting contact opgenomen met de strafgriffie, maar kreeg te horen dat haar cliënt niet op zitting zou verschijnen. Hierdoor heeft zij zich niet als raadsvrouw gesteld en was zij niet aanwezig bij de behandeling van de strafzaak. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de raadsvrouw als voorkeursadvocaat had opgegeven en dat de onjuiste informatie van de griffie de reden was voor haar afwezigheid.
Het hof heeft in zijn oordeel de jurisprudentie van de Hoge Raad gevolgd, die stelt dat terugwijzing naar de rechtbank noodzakelijk is als een kernrolpersoon, zoals de raadsvrouw, niet aanwezig is geweest door onjuiste informatie. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de zaak teruggeworpen naar de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, zodat de zaak opnieuw kan worden behandeld met inachtneming van de bestaande tenlasteleggingen. De beslissing van het hof benadrukt het belang van correcte communicatie door de griffie en de rechten van de verdachte op een eerlijke rechtsgang.