Uitspraak
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
aannemelijkacht dat de veroordeelde dergelijk voordeel, in dit geval door het oogsten van hennep, heeft genoten. Het standpunt van de raadsman dat, naast aannemelijkheid, sprake moet zijn van ‘overtuiging’ aan de zijde van het hof zoals dat van toepassing is bij de vraag of in een strafzaak tot een bewezenverklaring kan worden gekomen, vindt geen steun in het recht.
- hennepresten op de vloer van de kwekerij;
- hennepresten bij de opening van de kwekerij;
- in de kweekruimte bevond zich kalkafzetting op het vijverfolie terwijl daar op het moment van binnentreden geen plantenpotten op stonden;
- vochtplekken aan de onderzijde van de wanden terwijl daar geen water lag bij het moment van binnentreden;
- een bezem met op de steel hennepaanslag;
- er lagen 20 droogrekken met hennepresten in de kweekruimte. De netten van de droogrekken waren bruin uitgeslagen;
- er lag één gebruikte knipschaar met hennepresten in de kweekruimte;
- er lag één gebruikte cannacutter in de kweekruimte met hennepresten; en
- er lag één strijkijzer met hennepaanslag aan de onderkant. Het is [getuige 1] ambtshalve bekend dat een strijkijzer gebruikt wordt om hennep in luchtdichte zakken te kunnen vervoeren.
het hof begrijpt: de veroordeelde) ‘restanten hennep’ zien liggen (proces-verbaal van bevindingen van 11 april 2014, dossierpagina 42). Hoewel het hof niet twijfelt aan de juistheid van haar bevinding, acht het hof deze constatering te mager om op basis hiervan tot het oordeel te komen dat al in 2012 is begonnen met telen van hennep. Zo zijn er in het dossier geen foto’s die deze observatie kracht bij zetten en is voornoemd proces-verbaal bijna anderhalf jaar na haar bevinding pas opgemaakt. Bovendien heeft fraudespecialist [getuige 2] op 23 oktober 2012 gemeld dat hij ‘geen hennep’ heeft aangetroffen (dossierpagina 113). Ter zitting heeft [getuige 2] toegelicht dat hij daarmee bedoelde dat hij geen hennepplantage heeft aangetroffen. De constatering van [getuige 1] (‘restanten hennep’) heeft ook niet geleid tot een (vervolg)onderzoek en (zoals de veroordeelde tijdens het politieverhoor heeft verklaard) [bedrijf] heeft vervolgens alleen de (gemanipuleerde) elektriciteitsmeter meegenomen voor onderzoek
€ 9.121,68(dossierpagina 358).
afschrijvingskostenvan de investeringen overweegt het hof het volgende. In het BOOM-rapport is een tabel opgenomen met investeringskosten en afschrijvingskosten die zijn gekoppeld aan een bepaald aantal planten (dossierpagina 363). Het hof gaat onder verwijzing van deze tabel uit van
€ 150afschrijvingskosten voor één oogst.
hennepstekken en de variabele kostenoverweegt het hof het volgende. De inkoopprijs van hennepstekken bedraagt volgens het BOOM-rapport € 2,85 per stek (dossierpagina 363). De overige variabele kosten bedragen volgens het BOOM-rapport € 3,33 per stek (dossierpagina 363). Dat betekent dat voor één oogst (90 stekken x 2,85 =)
€ 256,50aan
hennepstekkenis besteed en dat er (90 planten x € 3,33 =)
€ 299,70aan
variabele kostenmoet worden gerekend.
€ 706,20(dossierpagina 363).
€ 8.415,48
Verplichting tot betaling aan de Staat
Toepasselijk wettelijk voorschrift
BESLISSING
€ 8.415,48 (achtduizend vierhonderdvijftien euro en achtenveertig cent).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 8.415,48 (achtduizend vierhonderdvijftien euro en achtenveertig cent).