ECLI:NL:GHAMS:2018:4510

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2018
Publicatiedatum
7 december 2018
Zaaknummer
23-000428-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen van geldbedrag en voorwerpen, waaronder goud en een auto, door verdachte in Nederland

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1962, werd beschuldigd van witwassen van een geldbedrag van circa € 40.000,- en een hoeveelheid goud, evenals een auto van het merk Volkswagen Phaeton. De tenlastelegging omvatte het voorhanden hebben, verwerven, omzetten en overdragen van deze voorwerpen, terwijl de verdachte wist dat deze afkomstig waren uit enig misdrijf. Het hof heeft de bewijsmiddelen overgenomen uit het vonnis van de politierechter en heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, maar het hof heeft dit verweer verworpen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, en heeft de in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaard. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, waarbij het hof de impact van witwassen op de legale economie heeft meegewogen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000428-18
datum uitspraak: 21 november 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 1 februari 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-993001-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1962,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 november 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 6 september 2016 tot en met 21 november 2016 te Beverwijk en/of Heemskerk en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en),
te weten een geldbedrag van circa Euro 40.000,- (cash) en/of een hoeveelheid goud (met een geschatte waarde van minimaal Euro 7.200,-) (ten behoeve van de aanschaf van een (personen)auto van het merk/type Volkswagen Phaeton met het kenteken [kenteken] en/of een vooruitbetaling voor de aanschaf van een graafmachine), in elk geval enig geldbedrag en/of voorwerp,
en/of
een (personen)auto (merk/type Volkswagen Phaeton met het kenteken [kenteken] ter waarde van circa Euro 28.000,-), in elk geval enig voorwerp,
voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben verworven en/of heeft/hebben omgezet en/of heeft/hebben overgedragen en/of van dat/die geldbedrag en/of voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt
en/of
van dat/die geldbedrag/voorwerp(en) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld en/of heeft/hebben verborgen/verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die geldbedrag en/of voorwerp(en) was/waren en/of wie dat/die geldbedrag en/of voorwerp(en) voorhanden had(den),
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die geldbedrag(en) en/of voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Bewijsmiddelen

Het hof neemt over de bewijsmiddelen zoals onder 3.3 vermeld in het vonnis waarvan beroep met dien verstande dat in plaats van “77 oktober 2016” in proces-verbaal aanvulling op AMB-001 d.d. 17 januari 2017 dient te worden gelezen: “11 oktober 2016”.

Bewijsoverweging

De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep aan de hand van haar aan het hof overgelegde pleitnotities vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde feit. Daartoe heeft zij – kort weergegeven – aangevoerd dat er geen sprake is geweest van het vermoeden van witwassen en dat de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare verklaring heeft gegeven die niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is dat het geld en het goud niet uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Het hof neemt over hetgeen is overwogen onder ‘3.4 bewijsoverweging’ in het vonnis van de politierechter.
Hetgeen in hoger beroep door of namens de verdachte is aangevoerd brengt het hof niet tot een ander oordeel.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 6 september 2016 tot en met 21 november 2016 te Beverwijk en/of Heemskerk voorwerpen,
te weten een geldbedrag van circa Euro 40.000,- (cash) en een hoeveelheid goud (ten behoeve van de aanschaf van een (personen)auto van het merk/type Volkswagen Phaeton met het kenteken [kenteken] en een vooruitbetaling voor de aanschaf van een graafmachine)
en
een (personen)auto (merk/type Volkswagen Phaeton met het kenteken [kenteken] ter waarde van circa Euro 28.000,-)
voorhanden heeft gehad en heeft verworven en heeft omgezet en heeft overgedragen en van dat geldbedrag en voorwerp gebruik heeft gemaakt.
terwijl hij, verdachte wist dat dat geldbedrag en voorwerp geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
witwassen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis. Tevens heeft de politierechter de in beslag genomen personenauto en geldbedrag verbeurd verklaard.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan witwassen van een geldbedrag van in totaal ongeveer € 40.000,-, van een hoeveelheid goud en een auto. Het voorhanden hebben van voorwerpen die van misdrijf afkomstig zijn vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.
Het ten laste gelegde en bewezen verklaarde is begaan met betrekking tot de hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de verdachte toe. Zij zullen daarom worden verbeurdverklaard.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 22c, 22d, 33, 33a en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK Personenauto, Volkswagen Phaeton, [kenteken].
2. Geld euro, € 22.000,00.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. O.F. Qane, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 november 2018.
[…]