Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
IN OVERWEGING NEMENDE DAT:
Werknemer zal - zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Werkgever - tijdens de duur van het dienstverband geen andere al dan niet betaalde (neven)functies en/of -werkzaamheden verrichten, noch in enigerlei vorm een met het bedrijf van Werkgever concurrerend bedrijf vestigen, drijven, meedrijven of doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect, of in welke vorm ook bij een dergelijk bedrijf belang hebben of daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam zijn, hetzij tegen een vergoeding, hetzij om niet.”
Ingeval de arbeidsongeschiktheid van Werknemer is veroorzaakt door toedoen van een aansprakelijke derde, is Werknemer verplicht volledige medewerking te verlenen (het verstrekken van medische gegevens aan de Arbo-dienst/bedrijfsarts daaronder begrepen) aan al hetgeen noodzakelijk is om Werkgever in staat te stellen zijn regresrecht ten volle uit te oefenen.”
3.Beoordeling
primairartikel 7:669 lid 3 sub d BW, disfunctioneren van [geïntimeerde] ,
subsidiairartikel 7:669 lid 3 sub e BW, verwijtbaar handelen of nalaten van [geïntimeerde] en
meer subsidiairartikel 7:669 lid 3 sub g BW, een verstoorde arbeidsverhouding, welke gronden met zich brengen dat van [naam maatschap] in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Voorts heeft [naam maatschap] onder verwijzing naar artikel 7:673 lid 7 sub c BW verzocht een verklaring voor recht te geven dat zij aan [geïntimeerde] geen transitievergoeding verschuldigd is omdat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [geïntimeerde] , alles met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.