In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 27 november 2018 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêterechtelijke procedure. De verzoeker, aangeduid als [A], heeft een verzoek ingediend om het budget voor het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de verweersters, Clifden B.V., Rand Holding B.V. en Dr. Van Son’s Tuindorp Apotheek B.V., te verhogen van € 37.500 naar € 47.500, exclusief btw. Dit verzoek volgde op eerdere beschikkingen van de Ondernemingskamer waarin het onderzoek was bevolen en het budget was vastgesteld.
De Ondernemingskamer heeft in haar beschikking van 16 en 22 juni 2015 een onderzoek bevolen naar het beleid van de verweersters over de periode vanaf 1 januari 2005. De kosten van het onderzoek waren aanvankelijk vastgesteld op € 25.000, maar zijn later verhoogd. De onderzoeker heeft aangegeven dat het onderzoek meer tijd heeft gekost dan verwacht, onder andere door onderbrekingen en gebrek aan medewerking van de verweersters. De verzoeker heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer over de verhoging, maar heeft wel verzocht om de kosten zo beperkt mogelijk te houden en een termijn voor betaling te bepalen.
De Ondernemingskamer heeft het verzoek tot verhoging van het budget toegewezen, waarbij de kosten hoofdelijk ten laste komen van de verweersters. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken door een van de raadsheren.