ECLI:NL:GHAMS:2018:4304

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 november 2018
Publicatiedatum
26 november 2018
Zaaknummer
23-004284-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens niet-uitreiking aan de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte die gedetineerd is in het Forensisch Centrum Teylingereind. De oproeping voor de terechtzitting van 7 november 2018 is niet op de juiste wijze aan de verdachte uitgereikt, omdat het beleid van de penitentiaire inrichting het niet toestaat poststukken voor gedetineerden aan te nemen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de oproeping nietig verklaard moet worden, aangezien de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen en er geen afstandsverklaring is ontvangen. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman in overweging genomen, maar heeft uiteindelijk beslist dat de oproeping in hoger beroep nietig is. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters A.E. Kleene-Krom, S. Clement en J. Piena aanwezig waren, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004284-17
datum uitspraak: 7 november 2018
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 21 november 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-115241-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 november 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Geldigheid van de oproeping in hoger beroep

De verdachte staat als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op de [adres 1], het adres van Forensisch Centrum Teylingereind.
Hij is daar gedetineerd.
Getracht is de oproeping voor de terechtzitting van 7 november 2018 aan de verdachte uit te reiken op boven genoemd adres. Uit een brief van de interdepartementale post- en koeriersdienst (hierna: IPKD), binnengekomen bij het hof op 8 oktober 2018, blijkt dat het beleid van de penitentiaire inrichting het kennelijk niet toestaat poststukken die bestemd zijn voor gedetineerden aan te nemen. De feitelijke gang van zaken en de achtergrond hiervan is voor het hof onduidelijk gebleven, maar in elk geval moet worden vastgesteld dat de oproeping niet aan de verdachte is uitgereikt.
Uit hetgeen hiervoor is vastgesteld volgt dat de oproeping in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is uitgereikt. De oproeping
dient op grond daarvan – nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen en evenmin een afstandsverklaring is ontvangen – nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. S. Clement en mr. J. Piena, in tegenwoordigheid van D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 november 2018.