ECLI:NL:GHAMS:2018:4301

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 november 2018
Publicatiedatum
26 november 2018
Zaaknummer
23-001224-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal en diefstal van een auto door middel van een valse sleutel

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1993 in Brazilië, was beschuldigd van diefstal van een sleutelbos en een Audi A4 Quattro Allroad op 26 december 2017 in Koog aan de Zaan. De verdachte had zich toegang verschaft tot de auto door gebruik te maken van een valse sleutel. Tijdens de zitting op 7 november 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord en het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening was zonder inhoudelijke beoordeling. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en heeft de verdachte vrijgesproken van andere beschuldigingen. De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten, en het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf werd afgewezen, omdat de verdachte al een andere straf had gekregen. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001224-18
datum uitspraak: 21 november 2018
VERSTEK (niet gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het
vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 maart 2018 in de strafzaak
onder de parketnummers 15-260044-17 en 13-149440-17 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Brazilië) op [geboortedatum] 1993,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 november 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 26 december 2017 te Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad, althans in Nederland, een of meer sleutelbossen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde,
te weten aan [benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 26 december 2017 te Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad, althans in Nederland, een Audi A4 Quatro Allroad (kenteken: [kenteken]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan
een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een autosleutel voor welk gebruik hij, verdachte, niet gerechtigd was.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 26 december 2017 te Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad een sleutelbos, toebehorende aan [benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk zich deze wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 26 december 2017 te Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad een Audi A4 Quattro Allroad, kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk zich deze wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dit weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een autosleutel voor welk gebruik hij, verdachte, niet gerechtigd was.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door middel van een valse sleutel.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en een proeftijd voor de duur van twee jaren. Voorts heeft de politierechter daarbij bijzondere voorwaarden gesteld.
Daarnaast heeft de politierechter de proeftijd van de voorwaardelijke veroordeling, bepaald bij vonnis van de politierechter te Amsterdam van 21 november 2017, gewezen onder parketnummer 13-149440-17, verlengd met één jaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal van een sleutelbos en een auto. De verdachte heeft van de situatie dat hij als vriend van de zoon van de aangever, bij de aangever in huis mocht verblijven misbruik gemaakt door bij vertrek de autosleutel uit de jas van aangever weg te nemen en vervolgens ook diens auto. Door aldus te handelen heeft de verdachte getoond geen respect te hebben voor andermans eigendom en misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in hem was gesteld.
Desondanks heeft de aangever een brief geschreven waarin hij verzoekt rekening te houden met de treurige persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het hof houdt bij het bepalen van de straf rekening met de straffen die in soortgelijke gevallen aan
daders van auto diefstallen worden opgelegd. Daarbij heeft het hof gelet op de Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Daarin wordt voor een
first offendereen taakstraf voor de duur van 120 uren genoemd.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 18 oktober 2018 is hij eerder onherroepelijk veroordeeld ter zake van strafbare feiten. Het hof weegt dit in het nadeel van de verdachte.
Hoewel de ernst van het bewezen verklaarde zonder meer een geheel onvoorwaardelijke taakstraf rechtvaardigt, ziet het hof in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die uit het dossier naar voren komen, aanleiding die taakstraf voorwaardelijk op te leggen, met een proeftijd van twee jaren.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 21 november 2017, met parketnummer 13-149440-17, voorwaardelijk opgelegde taakstraf voor de duur van 30 uren.
Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging zal worden afgewezen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat reeds bij - inmiddels onherroepelijk geworden - vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 30 maart 2018 met parketnummer
09-817547-18 de tenuitvoerlegging van voornoemde voorwaardelijke gevangenisstraf is gelast.
Om die reden zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst afde vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 13-149440-17.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J. Piena, mr. S. Clement en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 november 2018.
[…]
.