ECLI:NL:GHAMS:2018:4207
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake overtreding Wegenverkeerswet 1994
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 29 augustus 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1980, was aangeklaagd voor het besturen van een motorrijtuig op 11 augustus 2014 te Amsterdam, terwijl zijn rijbewijs was ingevorderd en niet was teruggegeven. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot andere beslissingen kwam dan de politierechter. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen. Het hof oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsloten. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, maar de advocaat-generaal had in hoger beroep een voorwaardelijke geldboete van € 700,- gevorderd. Gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat het om een oud feit ging, besloot het hof echter geen straf of maatregel op te leggen. Het arrest is uitgesproken op een openbare terechtzitting, waarbij de griffier niet in staat was het arrest te ondertekenen.