ECLI:NL:GHAMS:2018:4204

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 september 2018
Publicatiedatum
15 november 2018
Zaaknummer
23-004205-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewoonteheling na hoger beroep tegen vonnis rechtbank Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 november 2017. De verdachte, geboren in 1968, was in eerste aanleg vrijgesproken van verschillende tenlastegelegde feiten, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraken. De verdachte werd beschuldigd van gewoonteheling van diverse goederen, waaronder laptops, tablets, computers en camera's, die hij had verworven terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 24 september 2016 tot en met 1 maart 2017 een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling. De verdachte heeft ontkend te weten dat de goederen van misdrijf afkomstig waren, maar het hof achtte deze verklaring niet geloofwaardig. De verdachte is eerder onherroepelijk veroordeeld voor gewoonteheling. Het hof heeft de straf bepaald op een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 200 uren. Tevens is de teruggave van een inbeslaggenomen geldbedrag van € 4.350,00 aan de verdachte gelast.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004205-17
datum uitspraak: 19 september 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 november 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-680277-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
van 5 september 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair, subsidiair en impliciet meer subsidiair tenlastegelegde voor zover dit ziet op:
- een laptop, merk Dell, serienummer: [nummer 1], aangifte [naam 1], p. 185;
- een tablet met serienummer [nummer 2], Samsung Galaxy Note en/of bijbehorende
verpakkingsdoos, aangifte namens [bedrijf 1]., p. 57;
- een computer (merk Apple Pro/Air, type Imac), aangifte namens [bedrijf 2], p.33;
- een camera, merk/type: Gopro type 4, aangifte namens [bedrijf 2], p. 33;
- een of meer telefoons, merk/type: Apple Iphone 6, aangifte namens [bedrijf 3];
- een of meer USB sticks.
Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen voornoemde gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraken.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
primair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 februari 2015 tot en met 1 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- een of meer laptop(s) en/of
* merk Dell, aangifte [bedrijf 5], p.77
* merk Dell, serienummer: [nummer 1], aangifte [naam 1], p.185
en/of
- een of meer tablet(s) en/of
* merk Microsoft Windows Surface, aangifte namens [naam 2], p.66
(goednummer: 5345567)
* serienummer: [nummer 2], Samsung Galaxy Note en/of bijbehorende verpakkingsdoos, aangifte namens [bedrijf 1]., p.57
en/of
- een of meer computer(s) (merk Apple Pro/Air, type iMac) en/of
* Zaaksdossier 10: [bedrijf 4]
* Zaaksdossier 13: Inbraak [bedrijf 2]
en/of
- een of meer (film)camera('s) en/of cameralens/cameralenzen en/of bijbehorende accessoire(s) en/of
* merk/type: Gopro type 4, Zaaksdossier 13: Inbraak [bedrijf 2]
* merk/type: Nikon DX40 (goednummer: 5347964) en/of Nikon 70-300mm (goednummer: 5347972) en/of Nikon 55-200mm (goednummer: 5347973) en/of Nikon 18-55mm (goednummer: 5347979) en/of Nikon Coolpix (goednummer: 5347984) en/of een cameratas (met inhoud, goednummer: 5347995), aangifte [naam 3], p.169
en/of
- een of meer telefoon(s)
en/of
* merk/type: Apple iPhone 6, Zaaksdossier 14: Inbraak [bedrijf 3]
en/of
- een of meer USB-stick(s),
verworven en/of voorhanden gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of
het voorhanden krijgen wist(en) dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 februari 2015 tot en met 1 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een of meer laptop(s) en/of
* merk Dell, aangifte [bedrijf 5], p.77
* merk Dell, serienummer: [nummer 1], aangifte [naam 1], p.185
en/of
- een of meer tablet(s) en/of
* merk Microsoft Windows Surface, aangifte namens [naam 2], p.66 (goednummer: 5345567)
* serienummer: [nummer 2], Samsung Galaxy Note en/of bijbehorende verpakkingsdoos, aangifte namens [bedrijf 1]., p.57
en/of
- een of meer computer(s) (merk Apple Pro/Air, type iMac) en/of
* Zaaksdossier 10: [bedrijf 4]
* Zaaksdossier 13: Inbraak [bedrijf 2]
en/of
- een of meer (film)camera('s) en/of cameralens/cameralenzen en/of bijbehorende accessoire(s) en/of
* merk/type: Gopro type 4, Zaaksdossier 13: Inbraak [bedrijf 2]
* merk/type: Nikon DX40 (goednummer: 5347964) en/of Nikon 70-300mm (goednummer: 5347972) en/of Nikon 55-200mm (goednummer: 5347973) en/of Nikon 18-55mm (goednummer: 5347979) en/of Nikon Coolpix (goednummer: 5347984) en/of een cameratas (met inhoud, goednummer: 5347995), aangifte [naam 3], p.169
en/of
- een of meer telefoon(s)
en/of
* merk/type: Apple iPhone 6, Zaaksdossier 14: Inbraak [bedrijf 3]
en/of
- een of meer USB-stick(s),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal om proceseconomische redenen worden vernietigd.

Bewijsoverweging

De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep ontkend dat hij wist dat de goederen die hem werden aangeboden van misdrijf afkomstig waren.
In verband met de tenlastegelegde opzetheling van de computers, merk Apple Pro/Air, type Imac
wordt het navolgende overwogen.
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat [medeverdachte] - die verdacht werd van (bedrijfs) inbraken -
op 24 september 2016 de bestuurder was van een auto (merk BMW), welke auto was voorzien van de valse kentekenplaat [kenteken]. Op 19 september 2016 was een technisch hulpmiddel geplaatst onder deze auto, waardoor de verplaatsingen van dit voertuig konden worden geregistreerd. Aan de hand van de gegevens van dit technisch hulpmiddel kon worden vastgesteld - kort samengevat - dat voornoemde BMW in de nacht van 23 op 24 september 2016 van Amsterdam naar Mechelen in België is gereden en op 24 september 2016 tussen 03.01 uur en 03.18 uur heeft stilgestaan bij het bedrijf [bedrijf 4] alwaar in die nacht twee Imacs zijn ontvreemd. De kabels waar deze Imacs aan vast zaten, waren - naar was opgenomen in de aangifte - doorgeknipt of doorgezaagd. Op 24 september 2016 omstreeks 05:50 uur staat deze BMW weer geparkeerd in Amsterdam en dan zien de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] op de achterbank van deze BMW twee iMac computers van het merk Apple liggen, waarbij aan de achterzijde van beide computers een beveiligingskabel hing die doorgeknipt leek te zijn. Op 23 september 2016 ‘s avonds heeft de BMW enige tijd stil gestaan in de Piet Mondriaanstraat in Amsterdam, de straat waar de verdachte op dat moment woont. Voorts is uit onderzoek gebleken dat de verdachte op 23 en 24 september 2016 verschillende telefoongesprekken heeft gevoerd met [medeverdachte], de bestuurder van de BMW. Op 24 september 2016 om 14:54 uur zegt [medeverdachte] tegen de verdachte dat een kabeltje geknipt is en dat iemand er daarom ‘1,5’ van afhaalt, die hem normaal ‘9,5’ geeft voor dit model. Minder dan een uur later, om 15:40 uur, worden de twee gestolen Imacs door [medeverdachte] vanuit de achterbank van de BMW op een parkeerplaats overhandigd aan de verdachte. De verdachte dekte de twee Imac computers vervolgens af met grote witte papiervellen. Het hof acht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van deze computers. Dat de verdachte niet zou hebben geweten dat deze goederen van diefstal afkomstig waren acht het hof in het licht van dit alles niet geloofwaardig.
In verband met de tenlastegelegde opzetheling van defilmcamera’s, cameralenzen en bijbehorende accessoires wordt het navolgende overwogen.
Voornoemde goederen zijn op 24 februari 2017 tussen 15.30 uur en 19.45 uur uit de woning van aangever [naam 3] in Purmerend gestolen. In de cameratas zaten onder meer een pasje en een kofferlabel op naam van [naam 3], en een camera van het merk Nikon D40x. Op 24 februari 2017 omstreeks 22:21 uur zijn op de telefoon van de verdachte op de website
[website]twee zoekslagen gemaakt naar ‘Nikon D40’. De verdachte heeft verklaard de tas met filmcamera’s en toebehoren op het Waterlooplein in Amsterdam te hebben gekocht op 24 februari 2017 overdag ergens tussen 14:00 uur en 16:00 uur. Het hof acht deze verklaring niet geloofwaardig. Gelet op het tijdstip van de inbraak in de woning van [naam 3] (op 24 februari 2017 in elk geval na 15:30 uur in Purmerend) is het in de tijd gezien niet mogelijk deze gestolen tas vervolgens in Amsterdam op het Waterlooplein tussen 14:00 en 16:00 uur te kopen. Dat de gestelde - als reeds overwogen ongeloofwaardig geachte - aankoop na de 24e februari 2016 zou hebben plaatsgevonden, past ook niet bij de zoekslagen op de telefoon van de verdachte naar de Nikon D40 enkele uren na de inbraak. Op grond van het vorenstaande acht het hof dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van deze cameratas met inhoud.
In verband met de tenlastegelegde opzetheling van delaptop, merk Dell wordt het navolgende overwogen.
Deze laptop is gestolen bij [bedrijf 5] tussen 27 februari 2017 en 1 maart 2017.Uit onderzoek is gebleken dat bij het aanzetten van deze laptop inlogschermen van gebruikers van deze laptop opstartten, waaronder gebruiker [naam 4], zijnde aangeefster. De verdachte heeft verklaard dat hij de Dell laptop ter reparatie heeft aangeboden gekregen van “[naam 5]”. Het hof acht deze verklaring ongeloofwaardig, niet alleen omdat de verdachte deze blote stelling op geen enkele wijze nader heeft onderbouwd, maar ook omdat een medewerker van de Fysiotherapie-praktijk heeft gewezen op de aanwezigheid en vreemd gedrag van een zekere ‘[naam 5]’ op 28 februari 2017 in de praktijk en dat kennelijk al kort na de diefstal zou zijn ontdekt dat de laptop gerepareerd moest worden en zou deze vervolgens ook al ter reparatie zijn overgedragen aan de verdachte. Dit leidt ertoe dat het op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van deze laptop.
In verband met de tenlastegelegdeTablet, merk Microsoft Windows Surface wordt het navolgende overwogen.
Deze tablet zat in een plastic tas en is gestolen op 11 februari 2017. Uit onderzoek is gebleken dat bij het opstarten van de tablet de accountnaam [naam 6] direct zichtbaar werd. Ook in verband met deze tablet heeft de verdachte verklaard dat deze hem ter reparatie zou zijn aangeboden en hij heeft ook hier deze stelling op geen enkele wijze nader onderbouwd. Het hof acht dit in het licht van al hetgeen hiervoor is overwogen ongeloofwaardig. Het hof acht gelet op het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van deze tablet.
Uit het voorgaande in onderling verband en samenhang beziend, leidt het hof af dat de verdachte wist
dat de bovengenoemde goederen afkomstig waren uit misdrijf.
Het hof acht voorts bewezen dat de verdachte van het plegen van opzetheling een gewoonte heeft gemaakt, dit gezien de korte periode waarin de verdachte de vier bewezenverklaarde gevallen van opzetheling heeft gepleegd.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair:
hij in de periode van 24 september 2016 tot en met 1 maart 2017 te Amsterdam een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft hij, verdachte
- een laptop, merk Dell, aangifte [bedrijf 5], p.77, en
- een tablet, merk Microsoft Windows Surface, aangifte namens [naam 2], p.66 (goednummer: 5345567), en
- computers, merk Apple type iMac, zaaksdossier 10: [bedrijf 4], en
- ( film)camera's en cameralenzen en bijbehorende accessoires, merk/type: Nikon DX40 (goednummer: 5347964) en Nikon 70-300mm (goednummer: 5347972) en Nikon 55-200mm (goednummer: 5347973) en Nikon 18-55mm (goednummer: 5347979) en Nikon Coolpix (goednummer: 5347984) en een cameratas (met inhoud, goednummer: 5347995), aangifte [naam 3], p.169,
verworven en voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist dat het door diefstal verkregen goederen betrof.
Hetgeen primair meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het primair bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het primair bewezen verklaarde levert op:
van het plegen van opzetheling een gewoonte maken.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het primair bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
De raadsman heeft, met een beroep op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, verzocht om oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich in een periode van ongeveer vijf maanden schuldig gemaakt aan het een gewoonte maken van het plegen van opzetheling. Door aldus te handelen heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen. De verdachte heeft kennelijk uit winstbejag gehandeld en daarbij alleen oog gehad voor zijn eigen financiële belangen.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 27 augustus 2018 is
hij eerder onherroepelijk veroordeeld, waaronder voor gewoonteheling.
Het hof zal een lagere straf opleggen dan de rechtbank heeft gedaan, nu ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de verdachte verschillende stappen heeft gezet om een andere weg in te slaan. Het lijkt erop dat zijn leven een positieve wending heeft genomen. Ter voorkoming van recidive – de verdachte is immers eerder onherroepelijk veroordeeld wegens gewoonteheling – zal het hof de vrijheidsbenemende straf, die gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan zonder meer passend is, geheel voorwaardelijk opleggen. Dit biedt de verdachte ook de kans om de ingeslagen
goede weg verder te bewandelen. Gelet op de ernst van het bewezen verklaarde feit is de voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf hoger dan de advocaat-generaal heeft geëist. De hof zal voorts een taakstraf aan de verdachte opleggen.
Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Beslag

Ten aanzien van het inbeslaggenomen en nog niet teruggeven geldbedrag van € 4350,00 heeft de verdachte verzocht om dit bedrag aan hem terug te geven. De advocaat-generaal heeft aangegeven zich hiertegen niet te verzetten. Het hof zal de teruggave gelasten aan de verdachte van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 4.350,00.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 417 van het
Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing
tot vrijspraak van het primair, subsidiair en impliciet meer subsidiair tenlastegelegde ten aanzien van de volgende goederen:
- een laptop, merk Dell, serienummer: [nummer 1], aangifte [naam 1], p. 185;
- een tablet met serienummer [nummer 2], Samsung Galaxy Note en/of bijbehorende
verpakkingsdoos, aangifte namens [bedrijf 1]., p. 57;
- een computer (merk Apple Pro/Air, type Imac), aangifte namens [bedrijf 2];
- een camera, merk/type: Gopro type 4, aangifte namens [bedrijf 2];
- een of meer telefoons, merk/type: Apple Iphone 6, aangifte namens [bedrijf 3];
- een of meer USB sticks.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover nog inhoudelijk aan de orde en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- een geldbedrag van € 4.350,00
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. S. Clement, mr. F.M.D. Aardema en mr. M.L. Leenaers, in tegenwoordigheid van
mr. K. van der Togt, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
19 september 2018.
De voorzitter en de griffier zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.