ECLI:NL:GHAMS:2018:4203

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 oktober 2018
Publicatiedatum
15 november 2018
Zaaknummer
23-001097-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in strafzaak met betrekking tot asbestverwijdering en sloopwerkzaamheden

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was aangeklaagd voor meerdere strafbare feiten met betrekking tot asbestverwijdering en sloopwerkzaamheden in Aerdenhout, gemeente Bloemendaal, in de periode van 3 tot en met 10 maart 2015. De tenlastelegging omvatte onder andere het afbreken van een bouwwerk zonder een asbestinventarisatierapport en het verwijderen van asbest zonder een sloopmelding. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastegelegde feiten. Daarom heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te vernietigen en de verdachte van alle tenlasteleggingen vrij te spreken. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001097-17
datum uitspraak: 16 oktober 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 maart 2017 in de strafzaak onder parketnummer 81-016492-17 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 oktober 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
Hij in of omstreeks de periode van 3 maart 2015 tot en met 10 maart 2015, althans in maart 2015, in Aerdenhout, in de gemeente Bloemendaal, al dan niet opzettelijk, als degene die een bouwwerk of object, te weten een woning gelegen aan de [adres 2], geheel of gedeeltelijk deed afbreken of uit elkaar deed nemen, zonder dat hij, verdachte, met betrekking tot genoemd bouwwerk of object beschikte over een asbestinventarisatierapport terwijl hij wist of redelijkerwijs kon weten dat zich in dat bouwwerk of object asbest of een asbesthoudend product bevond.
2:
Hij in of omstreeks de periode van 3 maart 2015 tot en met 10 maart 2015, althans in maart 2015, in Aerdenhout, in de gemeente Bloemendaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, asbest heeft/hebben verwijderd zonder of in afwijking van een sloopmelding.
3:
Hij in of omstreeks de periode van 3 maart 2015 tot en met 10 maart 2015, althans in maart 2015, in Aerdenhout, in de gemeente Bloemendaal, al dan niet opzettelijk, handelingen met betrekking tot afvalstoffen, te weten (asbesthoudend) bouw- en/of sloopafval, heeft verricht of nagelaten en wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of konden ontstaan, niet heeft voldaan aan de verplichting alle maatregelen te nemen of na te laten die redelijkerwijs van hem konden worden gevergd, teneinde die gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, immers is asbesthoudend materiaal verspreid in een woning en/ of op een terras bij een woning en/ of is verwijderd asbest of asbesthoudend product niet onmiddellijk verpakt in niet luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de politierechter.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2 en 3 is ten laste gelegd. Het hof zal de verdachte daarom, conform de eis van de advocaat-generaal, van de gehele tenlastelegging vrijspreken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.D.L. Nuis, mr. P.C. Römer en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van
mr. K. van der Togt, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
16 oktober 2018.
mrs. Römer en Dantuma-Hieronymus zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.