Uitspraak
mr. D.H.J. Hooremanen
mr. B.S. Friedberg, kantoorhoudende te Amsterdam,
[C],
mr. G.T.J. Hoff, kantoorhoudende te Haarlem.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 23 oktober 2018 een beschikking gegeven met betrekking tot de besloten vennootschap Museum Hotel B.V. De zaak betreft een verzoek tot verbetering van een eerdere beschikking van 26 september 2018, waarin een kennelijke fout was gemaakt in de periode waarover een onderzoek zou worden gelast. De Ondernemingskamer had in het dictum van de beschikking van 26 september 2018 vermeld dat het onderzoek zou beginnen op 1 april 2017, terwijl dit in werkelijkheid vanaf 1 april 2007 had moeten zijn. De advocaten van de betrokken partijen zijn in de gelegenheid gesteld om zich hierover uit te laten, maar hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de fout in het dictum van de beschikking van 26 september 2018 een kennelijke fout is zoals bedoeld in artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Ondernemingskamer heeft besloten deze fout te verbeteren en heeft de aanvang van de eerste zin van het dictum aangepast, zodat het nu luidt: "beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Museum Hotel B.V. over de periode vanaf 1 april 2007 tot en met 31 maart 2018". Deze beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 23 oktober 2018.