In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 7 juli 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1974, werd beschuldigd van het bedreigen van twee politieagenten, waaronder hoofdagent [verbalisant 1], op 26 mei 2017 in Amsterdam. De bedreiging bestond uit de woorden: 'Als je me nog een keer aanraakt dan geef ik jou kankerklappen'. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en geoordeeld dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft verklaard. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.
De strafbaarheid van de verdachte werd bevestigd, en het hof oordeelde dat de bedreiging met zware mishandeling strafbaar is. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, maar de advocaat-generaal vorderde een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week en een taakstraf van vijftien uren. De verdediging pleitte voor een schuldigverklaring zonder straf of een geldboete.
Het hof overwoog dat de bedreiging van een ambtenaar een ernstig feit is dat gevoelens van onveiligheid in de samenleving veroorzaakt. Gezien de eerdere veroordelingen van de verdachte en zijn financiële situatie, oordeelde het hof dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend was, maar besloot deze voorwaardelijk op te leggen. De benadeelde partij, [verbalisant 1], had een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar het hof verklaarde deze niet-ontvankelijk, omdat onvoldoende bewijs was geleverd dat de schade door het handelen van de verdachte was veroorzaakt. Het hof baseerde zijn beslissing op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.