Uitspraak
mr. J.H. Lemstraen
mr. K. Spruitenburg, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. M.W.E. Eversen
mr. J. de Rooij, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
DE LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN DE STICHTING SCHADEREGELINGSKANTOOR RECHTSBIJSTANDVERZEKERING,
[A],
[B],
[C],
mr. M.W.E. Eversen
mr. J. de Rooij, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
DE ONDERNEMINGSRAAD VAN DE STICHTING SCHADEREGELINGSKANTOOR RECHTSBIJSTANDVERZEKERING,
mr. S.F.H. Jellinghausen
mr. J.J.M. van Mierlo, beiden kantoorhoudende te Tilburg,
mr. A.F.J.A. Leijtenen
mr. J.E.P.A. van Hooff, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R.G.J. de Haan,
mr. M. Keuperen
mr. T. Minovic,allen kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R.J. van Agterenen
mr. R.Y.H. Doorduyn, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J.E. Polet, kantoorhoudende te Amsterdam,
1.Het verloop van het geding
- Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering met SRK;
- Groep Rechtsbijstandverzekering met de Vereniging;
- Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. met NN;
- AEGON Schadeverzekering N.V. met Aegon;
- Goudse Schadeverzekeringen N.V. met De Goudse;
- De Vereende N.V. met De Vereende;
- Juwon Onderlinge Schade Maatschappij U.A. met Juwon.
2.De feiten
Bevindingen NN. (…) De governance structuur verslechtert substantieel. (…) Dit is een verlies aan controle ten opzichte van de huidige situatie, waarin de verzekeraars via de RvC controle over directievoering en ook de statuten van de stichting kunnen uitoefenen. (…) Conclusie. De voorgestelde propositie voldoet ruim onvoldoende aan de door NN gestelde eisen. Het voorstel is het huidige proces te stoppen en de alternatieven te onderzoeken. (…) NN hecht eraan te benadrukken dat het genomen besluit niet afdoet aan de wens om met SRK een volgende stap te maken”.
out-of-pocketadvieskosten voor de herstructurering sinds 1 augustus 2016. De deelnemers dienden in eigen huis akkoord te vragen op de herstructurering en kapitalisatie.
een ruling van de Belastingdienst heeft verkregen met betrekking tot de toepassing van de koepelvrijstelling voor btw-doeleinden, hierbij aangehecht als Bijlage (I);
een bevestiging van de ruling van de Belastingdienst heeft verkregen met betrekking tot de vennootschapsbelasting, hierbij aangehecht als Bijlage (J); (…)”
Indien de BTW-vrijstelling op enig moment onder druk zou komen te staan dan wel zou komen te vervallen, zullen Partijen gezamenlijk, op initiatief van het bestuur van SRK, alles in het werk stellen om de BTW-vrijstelling te behouden, zo nodig op een andere titel. (…) Mochten er geen oplossingen mogelijk zijn voor het behoud van de BTW-vrijstelling op welke titel dan ook, dan wel mocht de gewijzigde situatie voor een Aandeelhouder leiden tot materieel negatieve commerciële gevolgen, dan zal een evaluatie van de governance van SRK plaatsvinden om te bezien hoe met de dan ontstane situatie omgegaan dient te worden. (…).”
rulingmet betrekking tot de vennootschapsbelasting is eind juni 2017 ontvangen.
Gezien voornoemde ontwikkelingen, zal het project Kairos vanuit NN tot nader order on hold worden gezet om alle strategische opties als gevolg van het arrest zorgvuldig te kunnen afwegen. (…) NN wil de komende periode gebruiken om intern de juiste afwegingen te maken. De interne afweging zal binnen NN in een bredere strategische context plaatsvinden, waarbij naast de nieuwe fiscale realiteit, onder andere de integratie van de activiteiten van Delta Lloyd in de algehele overwegingen zullen worden meegenomen.”
waarbij de belangen van de stakeholders, zoals het klantbelang en behoud van werkgelegenheid, meegenomen worden”.
3.De standpunten van partijen
better offerte krijgen. Ook het actief bewegen van andere deelnemers om hun deelnemerschap te beëindigen is zeer schadelijk voor SRK. Daarnaast handelt NN in strijd met de redelijkheid van artikel 2:8 BW door te weigeren de vennootschappelijke en strategische herstructurering van SRK uit te voeren.
commitmentvan NN aan project Kairos, moet de Vereniging er rekening mee houden dat NN buiten de Vereniging en SRK om over de toekomst van SRK wil beslissen, hetgeen de Vereniging onaanvaardbaar acht. Materieel acht de Vereniging het belangrijk dat de Ondernemingskamer haar enquêteverzoek, naast dat van SRK, toewijst. Zonder ingrijpen van de Ondernemingskamer, ook bij de Vereniging, ontstaat er geen volwaardig
level playing fieldterwijl ingrijpen ook noodzakelijk is om NN en Aegon in de structuur te laten blijven zolang er geen nette oplossing is voor de huidige situatie, aldus de Vereniging.
Het SRK voert de juridische bijstand voor de producten van de deelnemende verzekeraars. Vanuit deze optiek fungeert het SRK als back office.’ Voor de ondernemingsraad staat vast dat de Vereniging het vehikel is dat het de deelnemers mogelijk maakt min of meer volledige controle en zeggenschap uit te oefenen over SRK. Bij pleidooi heeft de ondernemingsraad in het kader van de bestuurlijke invloed nog gewezen op de inhoud van de mail van NN van 6 mei 2016. De ondernemingsraad beschouwt de Vereniging en SRK als mede-ondernemers en acht voorts het besluit van NN (met 70% van de omzet en dito bijdrage verreweg de belangrijkste deelnemer) het deelnemerschap te beëindigen voor de toepassing van artikel 25 WOR toerekenbaar aan SRK. Dit besluit heeft volgens de ondernemingsraad te gelden als een besluit tot een belangrijke inkrimping van de werkzaamheden van de onderneming (artikel 25 lid 1 sub d WOR) en had ter advies aan de ondernemingsraad moeten worden voorgelegd. De termijn voor beroep is inmiddels verstreken, maar dat betekent niet dat dit besluit in relatie tot de ondernemingsraad geen gegronde reden kan zijn om aan een juist beleid of juiste gang van zaken te twijfelen. De ondernemingsraad heeft zich achter de opsomming van de gegronde redenen in het verzoekschrift van SRK geschaard en deze als volgt aangevuld:
prisoners dilemma. NN heeft om valide redenen afgezien van het project King en nadien van project Kairos. Het verkrijgen van een
rulingmet betrekking tot de koepelvrijstelling was een opschortende voorwaarde voor de uitvoering van project Kairos. Omdat (onder andere) deze
rulingniet werd verkregen, is de op 12 juni 2017 geplande tekensessie afgeblazen. Na het arrest van het HvJEU van 21 september 2017 werd duidelijk dat de Belastingdienst een dergelijke
rulingniet zou afgeven. SRK presenteerde vervolgens als alternatief de KGR, maar NN had hier serieuze, steekhoudende bedenkingen tegen. KGR brengt onzekerheid mee en is inflexibel omdat de verdeelsleutel van de kosten slechts kan worden aangepast bij gelegenheid van het toe- of uittreden van een deelnemer. Duidelijk was dat de
signing conditionvoor het tekenen van de Kairos-documentatie niet zou worden vervuld. Bovendien werd project Kairos ingehaald door de ontwikkelingen: NN wilde mede in de bredere strategische context afwegen hoe nu verder te gaan, waarbij onder andere de integratie van de activiteiten van Delta Lloyd zou worden betrokken. Project Kairos stond hiermee
on hold. Uit analyses bleek dat SRK minder optimaal is ten opzichte van andere rechtsbijstandsverleners. Dit bracht NN tot het besluit de samenwerking met SRK te beëindigen per 31 december 2018. NN heeft SRK uitgenodigd voor een gesprek over de vervolgstappen, maar SRK was niet bereid in gesprek te gaan. Van een onverhoedse opzegging was geen sprake; NN heeft SRK vanaf najaar 2017 signalen gegeven over haar aarzelingen bij de KGR en over haar strategische heroriëntatie. SRK heeft pas na aandringen vanaf juli 2018 vertrouwelijke gesprekken gevoerd, maar die zijn begin september afgebroken. Bij brief van 20 september 2018 heeft NN een indicatief voorstel gedaan. Na een aanvankelijk negatieve reactie van SRK en verdere correspondentie en telefonisch overleg vond op 28 september 2018 een bespreking plaats. NN had kort daarvoor van Aegon vernomen dat zij voornemens was ook haar lidmaatschap op te zeggen. Na de bespreking heeft SRK zich op het onjuiste standpunt gesteld dat overeenstemming over de hoofdlijnen van een regeling was bereikt. Door de opzegging van Aegon is een nieuwe situatie ontstaan. Een van de redenen van NN om op te zeggen was dat
voor haarhet stichtingsmodel van SRK minder aantrekkelijk was dan het herverzekeringsmodel dat DAS en ARAG hanteren; zij is na ampel beraad tot deze overweging gekomen en heeft niet geprobeerd ook andere deelnemers te bewegen hun deelnemershap in SRK te beëindigen. De (gevolgen van) de legitieme gedragingen van NN leveren geen gegronde redenen op voor twijfel aan een juist beleid en juiste gang van zaken. NN is ook geen beleidsbepaler van SRK. Van het verspreiden van onjuiste informatie is evenmin sprake. Het belang van SRK wordt in hoge mate bepaald door haar doelstelling van
shared service center; als de deelnemers geen behoefte meer hebben aan de diensten die SRK kan leveren, valt het belang van SRK weg. Door de opzegging van NN en Aegon staat vast dat op afzienbare termijn geen sprake meer zal zijn van continuïteit van de onderneming in haar huidige vorm; bestuur en RvC houden ten onrechte vast aan een onduidelijk continuïteitsperspectief. De door SRK verzochte onmiddellijke voorzieningen onder a t/m c acht NN onredelijk dan wel disproportioneel. Het verzoek tot benoeming van een commissaris ondersteunt NN, maar zij meent dat de commissaris verdergaande bevoegdheden moet hebben omdat het bestuur van SRK tot op heden geweigerd heeft te praten over overdracht van (een deel van) de onderneming aan ARAG en/of DAS.
level playing fieldgecreëerd moeten worden waardoor alle partijen tot een goede oplossing kunnen komen, aldus De Goudse.
4.De ontvankelijkheid
5.De inhoudelijke beoordeling van de verzoeken
rulingvan de belastingdienst op het punt van de koepelvrijstelling voor de btw. Als gevolg van het op 21 september 2017 gewezen arrest van het HvJEU bleek de koepelvrijstelling als mogelijkheid voor verkrijging van btw-vrijstelling te vervallen. Met het oog op dat scenario hebben partijen in de POVK een inspanningsverbintenis op zich genomen om andere mogelijkheden voor het verkrijgen van btw-vrijstelling te beproeven. SRK meent een alternatief gevonden te hebben in de KGR. NN heeft SRK bij brief van 8 december 2017 laten weten project Kairos
on holdte zetten om de strategische opties als gevolg van het arrest van het HvJEU nader af te wegen en om in een bredere strategische context een interne afweging te maken, waarbij ook de integratie van de activiteiten van Delta Lloyd zou worden meegenomen. Na de brief van 8 december 2017 heeft nog een aantal gesprekken plaatsgevonden. NN heeft vervolgens op 23 mei 2018 haar lidmaatschap van de Vereniging opgezegd tegen 1 januari 2019. In haar opzeggingsbrief heeft zij verwezen naar een gesprek op 22 mei 2018 tussen [K] en [L] van NN enerzijds en [A] en [E] anderzijds, heeft zij de wens uitgesproken een vervolgafspraak in te plannen om met het bestuur van SRK te spreken over de vervolgstappen en heeft zij laten weten te streven naar een oplossing waarbij de belangen van de stakeholders meegenomen worden.
on hold” heeft gezet. Mede om de kwetsbare positie van SRK te verminderen, is jarenlang gesproken over een vennootschappelijke en strategische heroriëntatie van SRK en is in 2017 inhoudelijk overeenstemming bereikt over project Kairos, ook met NN en nadat de overname van Delta Lloyd in april 2017 een feit was. In het licht van de omstandigheden dat de beoogde herstructurering na de terugtrekking van NN haar medewerking daaraan op losse schroeven is komen te staan en dat, gelet op haar dominante positie binnen de kring van de deelnemers, de opzegging van NN de continuïteit van SRK in gevaar brengt, had NN in haar besluitvorming over haar terugtreden uit SRK en de gevolgen daarvan, de voor haar kenbare belangen van SRK en de overige deelnemers moeten betrekken. In het bijzonder had in redelijkheid van NN mogen worden verwacht dat zij haar lidmaatschap van de Vereniging en daarmee haar deelnemerschap van SRK niet zou beëindigen zonder daarbij verantwoordelijkheid te nemen voor de gevolgen die deze beëindiging zou meebrengen voor de werknemers van SRK, haar verzekerden en de overige deelnemers van SRK. Het had op de weg van NN gelegen hierover voorafgaand aan de opzegging in overleg te treden met SRK, maar NN was in ieder geval gehouden de opzegging zelf gepaard te doen gaan met een concreet voorstel waarin een aantal uitgewerkte scenario’s wordt voorgelegd om de belangen van SRK en de stakeholders afdoende te waarborgen en een ordentelijk vertrek mogelijk te maken. Daarbij is van belang dat – zoals partijen ook zelf lijken te onderkennen – de statutaire uittreedvergoeding op zichzelf geen adequate remedie is ter waarborging van de continuïteit van SRK indien een deelnemer die 70% van de omzet en de financiering vertegenwoordigt uittreedt. Het doen van een niet gespecificeerd en kennelijk vrijblijvend aanbod over de gevolgen van de uitreding te praten, zoals NN heeft gedaan in haar opzeggingsbrief van 23 mei 2018, is in de gegeven omstandigheden niet voldoende. Nu NN bij haar opzegging onvoldoende zorg heeft betracht ten aanzien van de belangen van SRK en de overige deelnemers, vormt dit een gegronde reden om aan een juiste gang van zaken te twijfelen.
standstillvan zes maanden na 1 januari 2019 gedurende welke de uitvoering van een eventueel bereikte regeling kan plaatsvinden. Meer of andere voorzieningen acht de Ondernemingskamer vooralsnog niet noodzakelijk. Indien de voorzieningen niet het beoogde gevolg hebben, zal nader worden bezien of verdergaande of andere voorzieningen zijn aangewezen. Voor het geval dit zich voordoet, zal de Ondernemingskamer reeds thans een datum bepalen voor de voortzetting van de behandeling van de zaak.