Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
onroerende goed(eren)/za[a]k[en] (te weten een perceel [bouw]grond [185 m2] en/of een perceel grond [138 m2] met een appartementencomplex, althans een gebouw, te [geboorteplaats] in Turkije) in eigendom had en/of daarover beschikte.
Bewezenverklaring
van deWet werk en bijstand, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl verdachte redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking, te weten een uitkering krachtens de Wet werk en bijstand (norm gezin), dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking, immers heeft verdachte opzettelijk nagelaten volledig de gemeente Zaanstad
er overin te lichten en
aan de gemeente Zaanstadop te geven dat hij, verdachte, onroerende goederen (te weten een perceel bouwgrond
van185 m2 en een perceel grond
van138 m2 met een appartementencomplex, te [geboorteplaats] in Turkije) in eigendom had en daarover beschikte.
Nadere bewijsoverwegingen
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
first offenderis en zich geen nieuwe incidenten hebben voorgedaan. Een voorwaardelijke gevangenisstraf, eventueel gecombineerd met een taakstraf, behoort volgens de raadsvrouw wel tot de mogelijkheden.
first offendersplegen te worden opgelegd. Deze straffen hebben hun weerslag gevonden in de Oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Daarin wordt bij een benadelingsbedrag als hier aan de orde genoemd een gevangenisstraf van 5 tot 9 maanden of een daarmee in de pas lopende combinatie van een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. In dit geval ziet het hof geen aanleiding om de verdachte, die in de afgelopen 60 jaar niet eerder is veroordeeld, niet in aanmerking te laten komen voor die tweede variant, te minder omdat hij met de gemeente Zaanstad een regeling heeft getroffen voor de terugbetaling van het benadelingsbedrag. Daarom acht het hof, alles afwegende, oplegging van een taakstraf van 240 uren passend en geboden, in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden. Mede met die laatste straf wordt de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en ook wordt daarmee beoogd de verdachte in te prenten dat hij zich in de toekomst verre moet houden van het plegen van strafbare feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.