ECLI:NL:GHAMS:2018:3971
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.M. van Amsterdam
- S. Clement
- C. Fetter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voorhanden hebben van een wapen op luchthaven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het voorhanden hebben van een wapen, specifiek een creditcardmes, op of omstreeks 13 juli 2017 op Schiphol. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere beslissing kwam. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte schuldig zou worden verklaard zonder oplegging van straf, gezien de omstandigheden van het geval.
De raadsman van de verdachte pleitte voor vrijspraak, stellende dat zijn cliënt zich niet bewust was van het wapen. De verdachte verklaarde dat hij het creditcardmesje lang geleden had gekocht en was vergeten dat het in zijn portemonnee zat. Het hof oordeelde dat voor een veroordeling vereist is dat de verdachte zich bewust is van de aanwezigheid van het wapen. Gezien de verklaringen van de verdachte en het dossier, was het hof niet overtuigd dat de verdachte zich op het moment van controle op Schiphol bewust was van het creditcardmesje in zijn portemonnee.
Daarom heeft het hof geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan, en sprak hem vrij. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij het de verdachte vrijsprak van de beschuldiging.