In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1962, was beschuldigd van winkeldiefstal gepleegd op 27 november 2016 te Alkmaar, waarbij zij twee flessen bier, een pak frikandellen, een fles port, een pak kroketten en een appeltaartje had weggenomen uit een winkel. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, maar heeft ook rekening gehouden met haar verbeterde persoonlijke omstandigheden. De verdachte heeft in het verleden te maken gehad met een drugs- en alcoholverslaving, maar heeft aangegeven haar leven te willen beteren en is inmiddels onder begeleiding van een zorgmentor. Het hof heeft de straf van de politierechter vernietigd en in plaats daarvan een taakstraf van 28 uur opgelegd, in plaats van een gevangenisstraf, om de positieve ontwikkeling van de verdachte niet te belemmeren. Daarnaast heeft het hof de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, omdat het niet wenselijk werd geacht om de verdachte opnieuw te straffen voor een eerder feit.